Waarom ik zo vaak zo boos ben

Door: Sabrine Ingabire

Illustratie: De Morgen

Illustratie: De Morgen

Schrijfster Soraya Chemaly was in Amsterdam om haar boek Rage Becomes Her: The Power of Women’s Anger, dat net naar onze taal vertaald werd, te promoten. Het gloednieuwe feministisch platform en magazine Lilithorganiseerde ter gelegenheid hiervan een lezing en een panelgesprek met Chemaly waarin ik mocht zitten. Net voor het programma begon, sprak ik met iemand van De Geus, Chemaly’s Nederlandse uitgever.

Ik: “Wat fijn dat ze hier is!”

Ja, sinds ik in Amsterdam verblijf, zeg ik vaker dingen als “wat fijn, wat leuk, zeg maar, helemaal goed”, maar dat is hier even het punt niet.

“Wat fijn dat ze hier is”, zei ik dus tegen hem. “Werd ze voor dagbladen geïnterviewd?”

“Ja!”

“Hebben wij haar geïnterviewd? Ik bedoel, NRC?”

Ik schrok zelf van mijn ‘wij’. Ik wist namelijk tot dat moment niet dat ik mezelf met NRC tot dat punt vereenzelvigde. Maar dit is ook niet het punt.

“Ja! Ze had een hele reeks interviews in Nederland.”

“En hebben we haar in Vlaanderen ook geïnterviewd?”

“Nee. Ze wilden niet.”

“Hoezo?”

Ik begreep het niet. De uitgeverij zou de verplaatsingskosten betalen. Soraya Chemaly is een gevestigde naam. Waarom dan niet?

“Blijkbaar is het een onderwerp dat daar niet leeft.”

“Hoezo???”

HEILIG STUKJE LAND

En toen was ik boos. Ik wist niet dat Vlaanderen een heilig stukje land was dat onaangetast was gebleven door het concept van ‘vrouwelijke woede’. Ik ben namelijk vaak heel boos. En ik geloof dat ik in sommige gevallen nog bozer zou moeten zijn – maar ik drink veel cafeïnevrije thee, of infusies zoals ze heten, en dat maakt me rustiger, het geeft me vrede. Maar op die avond in Amsterdam was er geen thee, en was ik aanwezig om te spreken over vrouwen en woede, en was ik gewoon boos.

Ik was niet even boos als toen een jonge vrouw vermoord werd door een verkrachter die in de gevangenis had moeten zitten. Niet even boos als toen ik dacht aan de redenen waarom verkrachting niet serieus wordt genomen in een patriarchaal land waar verkrachtingsgrappen nog normaal zijn. Waar vrouwen wordt aangeleerd hoe niet verkracht te worden in plaats van mannen aan te leren hoe niet te verkrachten (spoiler alert: het is niet zo moeilijk, je moet het gewoon níét doen). Waar er stukken worden geschreven over hoe we niet gewelddadig moeten zijn tegenover vrouwen omdat vrouwen “iemands dochter/vrouw/zus/x” zijn in plaats van “omdat vrouwen volwaardige mensen zijn”. In zo’n land dus ben ik boos dat men te vaak alleen praat over justitie en het ontslag van ministers, en men in datzelfde gesprek véél te weinig spreekt over de reden waarom mannen vrouwen zo vaak verkrachten en zo weinig in de gevangenis belanden. (Behalve in dit goed stuk.)

Nee, ik was niet even boos als toen. Dit is maar een interview. Zo erg is het niet. Zo erg lijkt het niet. En toch.

Zie, ik ga nu geregeld om met Nederlanders. Zodra ik mijn mond opendoe, vragen ze “kom je uit België?”. Trots zeg ik “ja”. Een beetje omdat ik mijn Belg-zijn met trots draag als verzet tegen de Belgen die me dat Belg-zijn niet gunnen, een beetje omdat Nederlanders te vaak betuttelend doen over Vlaanderen en ik dat niet wil toelaten. Dus, ik, trots: “ja”.

Ik vind het daarom écht lastig dat ik me telkens moet schamen dat de media in mijn land zo hard achteroplopen op die in Nederland. En, laten we eerlijk zijn: Nederlandse mainstreammedia zijn écht ondermaats op vlak van representatie en diversiteit. Beschamend ondermaats. Dus dat diezelfde media vooroplopen op de onze is iets waarover wij heel beschaamd zouden moeten zijn.

SEKSISME

Soraya Chemaly schreef een boek met wetenschappelijk bewijs én een zeventig pagina’s lange bibliografie over vrouwen en woede en hoe ze hun – vaak terechte – woede altijd hebben moeten onderdrukken op een moment dat vrouwen, en in het bijzonder vrouwen van kleur, miljoenen redenen hebben om woedend te zijn. 2019, in het o zo progressieve Westen: verkrachtingen, loonkloof, vrouwenmoorden, seksisme in de media, slutshaming, ondervertegenwoordiging in de politiek en in hoge functies, mannen die debatteren over onze lichamen, mannen die debatteren over onze kleren, mannen die onze – reeds ongelijke – rechten ontnemen, (seksuele) objectificatie, misogynoir, discriminatie op de woon- en arbeidsmarkt, kortom het alomtegenwoordige racistische, islamofobe, lgbtq+-fobe paternalistisch patriarchaat.

Wie bepaalt dan in godsnaam dat de woede van vrouwen niet leeft in Vlaanderen? Zijn dit dezelfde mensen die een platform blijven bieden aan witte mannen wiens enige verdienste is dat ze alle ‘buitenlanders’ haten? En wat zegt dit over ons land? Wat zegt dit over onze media? Fuck, zeg.

Dit artikel verscheen eerder bij De Morgen