Schrijfster Renée Watson: 'Schrijven is een vorm van activisme'
Schrijfster Renee Watson spreekt met literatuurstudent Tirsa With over haar New York Times-bestseller ‘Stukjes van Mezelf’
Amerikaanse Young-Adult schrijfster Renée Watson onderzoekt in de New York Times-bestseller Stukjes van Mezelf een aantal thema’s: klasseverschil, ‘sisterhood’ en kunst als activisme. Tijdens haar bezoek aan het Haagse Boekkids Jeugdfestival sprak Tirsa With voor Lilith met Watson over haar werk en persoonlijke ervaringen met de onderwerpen waarover zij schrijft.
In Stukjes van Mezelf zit protagonist Jade dankzij een beurs op een witte privéschool. Haar moeder stimuleert haar om elke kans te grijpen voor een betere toekomst. Maar wanneer Jade wordt uitgenodigd om deel te nemen aan een mentorprogramma voor “risicovolle” meisjes uit “risicovolle achterstandswijken”, stribbelt ze tegen: ze heeft toch geen hulp nodig? Zelfs haar mentor Maxine, die ook ooit als één van de weinige zwarte leerlingen op dezelfde school zat, lijkt haar niet te begrijpen. Jade vraagt zich af of ze ooit gezien kan worden als iemand die hulp, talent en creativiteit te bieden heeft, in plaats van iemand die gered moet worden.
De Amerikaanse Renée Watson is een schrijfster, activist en theater- en poëziedocent. Met haar laatste boek Stukjes van Mezelf won ze de literatuurprijzen Corretta Scott King Award en Newbery Honor. Met haar activisme zet zij zich in voor sociale rechtvaardigheid, jongeren in arme omstandigheden en gebruikt zij kunst als middel voor verandering.
Je bent schrijver en activist. Op wat voor manier maakt dit boek onderdeel uit van jouw activisme?
”Schrijven is voor mij altijd al een vorm geweest van activisme. Ik zie het dus ook niet als twee losse dingen. Mijn werk is een reactie op het gebrek aan diversiteit in literatuur, specifiek kinderliteratuur. Eén van de manieren waarop mijn werk als activistisch beschouwd kan worden is doordat het een documentatie is van verhalen over zwarte meisjes. Verhalen waarin zij mogen bestaan buiten een stereotype. Ik kijk specifiek naar het samenkomen van identiteiten en ervaringen. In Stukjes van Mezelf bijvoorbeeld die van Jade, een financieel minder bedeeld, plus-sized, zwart meisje.
In die zin is mijn werk politiek, maar als schrijver moet ik een stap terug nemen om een volledig verhaal te vertellen. Ik wil ook de balans laten zien tussen strijd en vreugde en ervoor zorgen dat het niet alleen gaat om pijn en lijden; want zelfs in pijn is er vreugde en ontzettend veel schoonheid te vinden.”
Heeft jouw relatie met kunst en activisme ook de ervaringen van de personages in het boek beïnvloed?
“Op de middelbare school had ik een docent Engels die ons door poëzie een stem gaf om te reageren op sociale issues. Ze nam dan nieuwsartikelen mee en dan debatteerden we daarover. Daarna schreven we onze eigen stukken en deelden die met elkaar. In mijn eigen werk als poëzie- en theaterdocent vind ik het ook belangrijk om jongeren te ondersteunen in het vinden van hun stem.
Jade, het hoofdpersonage, zit op een privéschool. Je zou denken dat zo’n school een overvloed aan mogelijkheden zou hebben. Maar wat op zulke plekken soms ontbreekt is een connectie met soft skills: luisteren, empathie, delen. Dat zijn fundamentele vaardigheden die we niet altijd genoeg waarderen.
Op de openbare school van Jades beste vriendin Lee Lee hebben de docenten veel meer aandacht voor kritisch denkvermogen. Daar wordt ruimte gecreëerd om na te denken over moeilijke maatschappelijke thema’s – terwijl daar op Jade’s school geen sprake van is.”
Toch speelt kunst uiteindelijk een belangrijke rol in het activisme en de ontwikkeling van Jade. Hoe kwam dat tot stand?
“Ik heb zelf een achtergrond in kunsttherapie, en heb door middel van kunst mensen met verschillende traumatische ervaringen geholpen hun eigen ervaringen te verwerken en te delen. Jade heeft vaak het gevoel dat ze weinig invloed heeft op haar omstandigheden. Daarom maakt zij collages, omdat ze bestaande elementen die door anderen wellicht als lelijk of onbelangrijk worden gezien kan combineren om iets moois te maken. Ze begon in een schriftje, gewoon voor zichzelf, maar bevindt zich op een keerpunt wanneer ze zich realiseert dat kunst meer kan zijn dan alleen een dagboek. Kunst was in eerste instantie een manier om zichzelf te helen. En werd daarna een manier om zich uit te spreken.”
Klasse speelt een centrale rol in het verhaal. Jade komt uit een arbeidersbuurt en zit dankzij een beurs op een privéschool. Verschillen in klasse en kansen worden heel duidelijk tijdens een speech van één van Jade’s begeleiders, die zegt: ‘Je bent het waard om gelukkig te zijn. Je bent het waard dat je stoutste dromen werkelijkheid worden.’ Jade denkt aan de dromen van haar moeder, haar oom en haar vriendinnen die niet zijn verwezenlijkt. ‘In mijn buurt wemelt het van de dromers. Maar dat betekent nog niet dat al die dromen werkelijkheid zullen worden’, beseft zij.
“Ik wil dat jonge mensen de waarheid weten: ‘Ik wil dat je groot droomt en weet dat het heel moeilijk gaat zijn. Maar besef ook dat jij moeilijke dingen kan doen.’”
Waarom is het onderdeel klasse zo belangrijk?
”Ik denk dat termen als “droom, en het zal werkelijkheid worden” of “geloof gewoon in jezelf” één van de aannames is van mensen met veel privileges. Soms maakt het niet uit hoe hard je werkt of droomt en in jezelf gelooft. Er zijn systemen die je tegenwerken en die het heel moeilijk of zelfs onmogelijk kunnen maken om die dromen waar te maken.
Ik wil dat jonge mensen de waarheid weten: ‘Ik wil dat je groot droomt, en ik wil dat je weet dat het heel moeilijk gaat zijn. Maar besef ook dat jij moeilijke dingen kan doen.’ Ik denk dat als we hier niet eerlijk over zijn, mensen hun mislukkingen internaliseren en zichzelf de schuld geven: ‘Er is vast iets mis met me, waarom kan ik dit niet? waarom lukt het hen wel?’ Het antwoord is: misschien hebben zij een voorsprong gehad. Het is niet jouw schuld dat je in deze situatie geboren bent. Maar je hebt nu wel wat keuzes. Wat ga je daarmee doen?”
In het boek benadrukt Watson het klasseverschil tussen Jade en haar mentor, Maxine. Ondanks dat ze beiden zwart zijn, zorgt dat wel voor onbegrip tussen de twee. Daarnaast heeft de tiener een bijzondere relatie met haar witte klasgenoot, Sam die het - net als zij -ook niet breed heeft.
Waarom laat je die ogenschijnlijke tegenstrijdigheden zien?
“Bij het kiezen van een mentor voor Jades ontwikkelingstraject denkt haar docent: Maxine is zwart, Jade is zwart: dat gaat goed komen. Die aanname wilde ik bevragen – dat het wel goed zou komen omdat ze “dezelfde kleur” hebben maar in werkelijkheid veel van elkaar verschillen. Ik wilde onderzoeken hoe het zou zijn als iemand die super rijk is een financieel minder bedeelde tiener moet begeleiden.
Tegelijkertijd wilde ik in Jades vriendschap met haar klasgenoot Sam ook nadenken over hoe de relatie zou zijn tussen twee tieners – de één zwart, de ander wit – die wel allebei financieel minder bedeeld zijn.
Op deze manier wilde ik de complexiteit van relaties laten zien. Want je kan van iemand houden, en ze toch pijn doen. Wat doe je dan? Gooi je de hele relatie weg, zoals Jade op gegeven moment wil doen in haar mentortraject, of blijf je om eraan te werken?”
Relaties in de vorm van vriendschap en mentorschap, sisterhood, spelen een centrale rol in Jades verhaal, maar er zit geen romantische verhaallijn in het boek. Was dit een bewuste keuze?
”Dat is grappig, want ik wist niet zeker of dat oké zou zijn in een young adult boek, waar je toch altijd een love interest hebt. Maar toen ik het probeerde, werkte het gewoon niet. Jade, als personage had gewoon zoiets van “laat mij van mezelf houden, en van de vrouwen om me heen”.
Uiteindelijk realiseerde ik me dus dat dit verhaal geankerd zou zijn in vrouwelijke relaties. Dat is ook iets waar ik veel aan heb gehad in mijn eigen leven, mijn moeder, mijn zussen, mijn leraressen, maar ook via literatuur.”
Wat voor rol heeft literatuur gehad op jouw vrouw-zijn en sisterhood?
”In tijden dat ik geen steun kon vinden in mijn omgeving, vond ik het in poëzie, of boeken van vrouwelijke denkers. Schrijfsters als Toni Morisson, Maya Angelou en Nikki Giovanni hebben mij echt gedragen. Door hun werk te lezen voelde ik me gezien. Bijna alsof zij mijn verhaal vertelden. Ze voelden een beetje als een tante, of een vrouw van de kerk. Ik had het gevoel dat ze deel waren van mijn familie.
Daarom vertel ik jonge mensen vaak, ‘wellicht heb je zelf geen mentor in je eigen leven, maar het lezen van werk van andere vrouwen is ook een manier om te helen en die voeding te krijgen.’
Ik denk dat vrouwen een manier hebben om elkaar te helen. Veel verzetsbewegingen zijn ook begonnen door vrouwen (TW: denk Black Lives Matter, Stonewall) Dat wilde ik in dit boek vieren.”
Wie hoop je met jouw boeken te bereiken?
“Ik denk dat ik schrijf voor de Jade’s en de Sam’s en de Maxine’s en de mama’s die bestaan en die met deze onderwerpen te maken hebben. In de eerste plaats schrijf ik altijd voor zwarte meisjes. Maar ik denk dat mijn werk ook belangrijk is voor kinderen zoals Jade’s vriendin Sam, die goede intenties hebben en niet altijd de impact van hun acties inzien. Ik denk zelf na over hoe complex interraciale vriendschappen kunnen zijn. Ik wilde graag een boek schrijven waarin een zwart meisje en een wit meisje hele goede vriendinnen zijn, maar die ook op een eerlijke manier de confrontatie aan proberen te gaan, in plaats van te doen alsof hun verschillen niet bestaan.”
In een ander interview las ik dat je personages niet zomaar af wil schilderen als ‘slecht’...
”Ik wil van mijn personages nooit karikaturen maken. Net zoals ik tijdens het schrijven over zwarte meisjes stereotypes wil verbreken, wil ik ook geen stereotype witte personages schrijven. Ik denk dat het soms makkelijker is om een extreem goed of extreem slecht personage te creëren, maar de meeste mensen die ik ken zijn het allebei: goed en slecht.
Ervaringen met seksisme, racisme of klassisme in mijn eigen leven zijn meestal ook helemaal geen grote momenten waarvan je kunt zeggen: ‘Ja, dát is sekisme, dát is racisme, dát is body shaming.’ Meestal is het subtiel, een ongemakkelijk compliment waarbij je je afvraagt: ‘zei ze dat nou echt?’ Of: ‘wat wil hij daarmee zeggen?’ Dat is dus ook de plek van waaruit ik wil schrijven. Over zulke ervaringen.”
Jade’s verhaal bevat veel tegenstellingen: ze is ambitieus, maar tegelijkertijd wil ze niet te ver wegdrijven van de plek waar ze vandaan komt.
”Het is gecompliceerd en genuanceerd, en in die grijze zone schrijf ik graag. Jade houdt van haar buurt. Het is haar thuis. Maar ze ziet ook wat er moet veranderen. En ik wil dat jonge mensen weten dat je beiden kan omarmen. Het hoeft niet of-of te zijn. Dat geldt voor plekken, voor mensen, en voor jezelf.”
Stukjes van Mezelf is naar het Nederlands vertaald en wordt uitgegeven door Volt (Singel Uitgeverijen).
Tirsa With (21) is een literatuurstudent en spoken word artiest.