Deze trollentoolkit vormt slechts een pleister op de wond die online haat veroorzaakt

Vorige maand lanceerden burgerbeweging DeGoedeZaak en stichting Stem op een Vrouw een trollentoolkit tegen online haat. De toolkit moet steun bieden aan onder meer politici, activisten en journalisten die eens of meermaals slachtoffer zijn geworden van online haat. Vrouwen worden onevenredig harder en vaker getroffen door online haat. Wat is de impact hiervan en hoe kunnen zij zich er het beste tegen wapenen? Journalist Ilham Oukhiar zocht het uit. 

“Je moet virtueel continu over je schouder kijken”, vertelt Devika Partiman, oprichter van Stem op een Vrouw. Door haar eigen ervaring weet ze hoe het voelt om doelwit te zijn. “Ik raak er altijd een beetje door verlamd: als het gebeurt lig ik basically jankend in bed.”

Het onderwerp stond al op de agenda van haar stichting toen ze door DeGoedeZaak directeur Jurjen van den Bergh gevraagd werd om mee te helpen bij het samenstellen van een toolkit tegen online haat. “Je hebt de legale definitie van wat strafbaar is, zoals het breken van Artikel 1 van de grondwet, en dan heb je alle shit eromheen: de ernstige pesterijen, de scheldtirades, het wijdverspreide nepnieuws. Daarnaast is online haat doelbewust persoonsgericht en dus niet slechts een onschuldige kritische noot. Als honderden mensen tegen je zeggen ‘klerewijf, jij zou niet in de politiek moeten zitten’ dan is dat online haat. De toolkit is slechts een pleister op de zere wond, want het leed is natuurlijk al veroorzaakt.” De toolkit bestaat uit een website met achtergrondinformatie, trainingsvideo’s, testimonials en een stappenplan gericht aan de getroffenen van online haat. 

Genderspecifiek probleem

Sociale media faciliteren nieuwe vormen van online geweld, die zich kunnen uiten in dreigen met en escalatie tot fysiek geweld, seksuele intimidatie, ongevraagde dick pics en doxxing; het openbaar maken van privégegevens zonder toestemming. Online geweld tegen vrouwen is een verlengstuk van de bestaande genderongelijkheid in de offline wereld en lijkt digitaal te worden versterkt, blijkt uit een rapport van het Europees Instituut voor Gendergelijkheid. Volgens hun schatting heeft 1 op de 10 vrouwen vanaf 15 jaar al te maken gehad met een vorm van cybergeweld. 

“Het is een beetje zoals weten waar de vluchtroute in je huis is mocht er brand uitbreken”

Een onderdeel van de toolkit bestaat daarom uit het stappenplan Eerste hulp bij online haat, wat erop is gericht om getroffenen direct te ondersteunen bij een online aanval. “Het is een beetje zoals weten waar de vluchtroute in je huis is mocht er brand uitbreken. Je kunt het nooit volledig voorkomen en het is nog steeds fucking kut als het gebeurt, maar je weet in elk geval wel wat je kunt doen om eruit te komen”, vertelt Devika. Zo worden er tips en trucs geboden als het tijdelijk afschermen van sociale media, tools voor snelle blocklists, het beter beveiligen van wachtwoorden en de mogelijke juridische stappen die je kunt zetten.


Toxic Twitter

Trolling gebeurt niet alleen door wat random anoniempjes die zich vervelen: het trollen gebeurt veelal op georganiseerde basis, blijkt uit het onderzoek van DeGoedeZaak dat ter grondslag ligt aan de toolkit. Het online haatlandschap in Nederland is vooral aanwezig op Twitter waarbij (extreem)rechtse accounts, zoals Vizier op Links en Links Ontmaskerd, haatcampagnes op gang brengen door persoonlijke informatie te delen van personen die zij bestempelen als radicaal- of extreemlinks. 

“Het doorspitten van kandidatenlijsten is daar een vast onderdeel van geworden. Dit soort professionele trollenlegers gaan gericht op zoek naar nieuwe targets die ze kunnen aanvallen, zoals recentelijk het geval was bij Kauthar Bouchallikht van GroenLinks”, legt Devika uit. “Wat ik misschien nog wel het ergste vind, is dat online haat een afschrikwekkende barrière vormt voor talloze talentvolle jonge mensen. Het is heel logisch dat mensen daar gewoon geen zin in hebben, terwijl het juist gaat om mensen die we nu te weinig gerepresenteerd zien.”  

Het thema waar de persoon in kwestie zich mee bezighoudt zijn volgens het onderzoek van DeGoedeZaak bepalend voor de hevigheid van online haat. Onderwerpen zoals klimaatverandering, seksisme, racisme, islamofobie en validisme lijken als een rode lap op een stier te werken voor de kwaadaardige trollen. Daarnaast laat het onderzoek zien dat niet iedereen in dezelfde mate wordt getroffen door online haat: hoe meer je afwijkt van de witte heteronormatieve cisgender norm, hoe hardnekkiger de aanvallen zijn. In het rapport Toxic Twitter van Amnesty International uit 2018 kwam al naar voren dat vrouwen uit gemarginaliseerde groepen, lesbische, biseksuele of transgender vrouwen, non-binaire individuen en vrouwen met een handicap onevenredig zwaarder worden getroffen door online dreiging en geweld.

Illustratie door Rachel Levit Ruiz

Illustratie door Rachel Levit Ruiz

Temptation Island

Dat online haat raakt aan de verschillende onderdelen van je identiteit, onderschrijft Imane Nadif volledig. “Als Nederlands-Marokkaanse vrouw, moslima en politica weet ik dat deze intersecties impact hebben op de intimidatie.” Als gemeenteraadslid bij GroenLinks Amsterdam is ze voorzichtig met wat zij wel en niet deelt online om zichzelf te beschermen tegen mogelijke aanvallen. “Het online geweld lijkt te worden genormaliseerd en dat zouden we niet moeten accepteren. Het is een bedreiging voor de democratie als politici niet veilig hun werk kunnen doen.”

“Soms gooi ik Twitter even van mijn telefoon en ga ik Temptation Island kijken met mijn verstand op nul”

Laatst kreeg ze een bericht bomvol scheldwoorden en het deed haar niks, vertelt ze. “Ik voelde me afgestompt en daar schrok ik van. Voorheen kon ik streng zijn voor mezelf, maar nu laat ik mijn emoties toe: dit is een vorm van verbaal geweld, ik mag dit erg vinden.”  Wat voor haar helpt na zo’n aanval is een momentje van zelfzorg. “Soms gooi ik Twitter even van mijn telefoon en ga ik Temptation Island kijken met mijn verstand op nul.”  


Support systeem

Naar aanloop van de komende Tweede Kamer verkiezingen lijkt de online haat te exploderen, merkt Rebekka Timmer, partijbestuurslid van BIJ1 en nummer 3 op de partijlijst. 

“Ik wist dat er reacties zouden komen, want wij passen nou eenmaal niet in het beeld van de gemiddelde witte mannelijke politicus in maatpak. Wij willen juist de systemen afbreken waarop de samenleving is gebouwd. Dat is geen makkelijke boodschap om te verkondingen: I learned it the hard way.” Zo kreeg ze een bedreiging toegestuurd met een foto van een VOC-schip, verwijzend naar haar Indische roots, waarbij stond dat ze haar zouden moeten repatriëren. “Ik dacht toen meteen: een speedboot op de Loosdrechtse plassen is goedkoper. Door er zelf grapjes van te maken normaliseer ik het, als een coping mechanisme.” 

“Uiteindelijk blijven het gewoon zielige figuren die de hele dag achter hun toetsenbord zitten”

Online haat is echter een symptoom van bredere institutionele problemen en vraagt daarom ook om institutionele oplossingen, volgens Rebekka. “Er is een integrale aanpak nodig om dat te bereiken: die klus klaar je niet binnen een dag. Maar we moeten zelf ook de norm aanpassen door actief aangifte te blijven doen wanneer er grenzen worden overschreden.” Daarnaast onderschrijft ze het belang van een support systeem, zoals de buddy’s binnen haar partij die haar ondersteunen middels emotionele steun of praktische hulp. “De trollen mogen niet hun zin krijgen. Uiteindelijk blijven het gewoon zielige figuren die de hele dag achter hun toetsenbord zitten.”

Genoten van dit artikel? Word ‘friend’ van Lilith en support onze journalistieke en feministische platform.
Enjoyed this article? Become our
friend and support us.

ArtikelenIlham Oukhiar