Column: Ruimte(s) voor zelfplezier
Gewapend met een kleedje trek ik het bos van het Berlijnse Plänterwald in voor een workshop in dry humping, oftewel droogneuken, van Skinship Berlin, een collectief dat zich richt op belichaamde kunst en activisme en daarbij queer, trans, non-binaire, intersekse, agender, genderfluïde en femme lichamen centraal stelt. Vanuit de observatie dat cruising op homo-ontmoetingsplekken min of meer is voorbehouden aan cis-masculiene mannen, besloten ze de workshopreeks Queer Cruising Ignite te organiseren. Waarbij het niet noodzakelijk gaat om het voor cruising kenmerkende vluchtige seksuele contact, maar bijvoorbeeld ook speelse somatische oefeningen worden gedaan om het lichaamsbewustzijn te vergroten en de relatie tot plezier met anderen én jezelf te onderzoeken.
Lange tijd stelde ik zelfplezier gelijk aan masturbatie; iets wat ik vooral behandelde als een vorm van jeuk die wanneer dit opspeelt zo snel mogelijk moet worden verholpen. Waarbij ik de jeuk soms wegkrabde door het kijken van een stramien aan pornovideo’s, soms door het mentaal afspelen van enkele uitgekauwde erotische scenario’s (een daarvan draag ik bijvoorbeeld al tien jaar met me mee en komt voort uit een eenmalige date met een bankier, die bij mij de fantasie opwekte om zijn zorgeloze thuisblijf-twink/huisvrouw te worden). Zelden gaf ik mijn eigen lichaam de sensuele aandacht die ik aan een ander lichaam geef.
Pas door de huidhonger vanuit de covid-lockdowns begon ik zelfplezier serieuzer te nemen. Het lezen van Pleasure Activism: The Politics of Feeling Good (2019) van schrijver, activist, facilitator en memewitch adrienne maree brown was een baanbrekende ervaring. In navolging van het invloedrijke essay Uses of the Erotic: The Erotic as Power (1978) van de Zwarte feministische denker Audre Lorde, pleit brown voor het centreren van (zelf)plezier als een revolutionaire kracht die noodzakelijk is om bewegingen voor sociale rechtvaardigheid levensvatbaar te maken. In plaats van consumptiegerichte selfcare, wat vaak inspeelt op aangeleerde gevoelens van schaarste en minderwaardigheid, focust brown zich op de manieren waarop plezier zowel leidraad als doel voor een andere wereld is; niet alleen het persoonlijke maar ook plezier is politiek. Vanuit het verlangen naar plekken waar browns gedachtegoed over plezier beoefend wordt, stuitte ik op Skinship.
Dieper in Plänterwald hoor ik enkele stemmen en ontwaar gekleurde doeken tussen de bladeren. Tussen de bomen wachten de facilitatoren van de dry humping-workshop me op. Uit verschillende hoeken van het woud verschijnen meer mensen en we leggen onze kleedjes in een cirkel neer. Na een gesprek over verwachtingen en triggers, waarbij de facilitatoren uitleggen over hun interesse in dry humping als sensuele ervaring die de meesten van ons als kind hebben gehad – maar die al snel door volwassenen met schaamte werd beladen, kiest ieder een plekje uit in het bos.
Beschut door de bomen en veilig door de aanwezigheid van de facilitatoren, worden we begeleid in het opwarmen van het bekken en veranderen verschillende boomstammen in erotisch meubilair. Terwijl ik opkijk en gniffel om de ritmische overgave die ik tussen de bladeren zie, steekt een stormwind op. De bomen boven onze hoofden bewegen steeds vervaarlijker heen en weer. In allerijl trekken we een zeil over onze hoofden en kijken naar twee deelnemers die zich overgeven aan de regen en naakt door het bos springen, terwijl om ons heen een steeds groter wordende modderpoel vormt. Met volgelopen schoenen ren ik richting de metro.
Onvoldaan door de afgebroken workshop besluit ik thuis een van de oefeningen van Skinship’s laatste self-pleasure calendar te doen. Tijdens de lockdown van 2020 uploadden ze voor het eerst een adventskalender met oefeningen gemaakt door 21 verschillende kunstenaars, activisten en therapeuten die zich bezighouden met somatiek, die je alleen en covid-veilig thuis kon doen. Wat volgde waren 21 transformerende dagen waarin ik onder andere een kaart van de sensatiezones van mijn lichaam tekende, een warme gekookte aardappel bij mezelf inbracht – die ik vervolgens vergat en een dag met me meedroeg, een striptease-act voor mezelf opvoerde, een solo-darkroom creëerde, mijn geslachtsdelen een naam gaf en werd begeleid in het krijgen én niet krijgen van een airgasm, griefgasm, pervigasm en nogasm (die elk een columnvullende beschrijving verdienen). Oefeningen waarin nu eens niet het cis-heteronormatieve able-bodied lichaam centraal staat.
Nadat ik me heb afgedroogd, ga ik op bed liggen en kies voor een oefening die is gericht op het gezicht – van de tweede adventskalender van Skinship die ik vanwege the grind nog niet had gedaan. Ik leer het gezicht als een massa spieren en zenuwen te behandelen die allerlei vormen kan aannemen en vol zit met zenuwuiteinden die zijn verbonden met de zinkgaten van pijnlijke ervaringen en met bronnen van genot. Het masker dat ik inmiddels weer dagelijks aan de wereld toon, dat afhankelijk van beharing en make-up totaal andere reacties ontvangt, waar ik microsignalen van verlangen mee uitzend en ontvang, verandert in een vrijelijk samentrekkend en pruttelend landschap.
Luisterend naar de regen die tegen het raam slaat en starend naar het plafond, ervaar ik een vreemd ruimtetijd-continuüm en zie de honderden lichamen van over de hele wereld voor me die op verschillende momenten, maar toch gezamenlijk, dezelfde oefeningen hebben gedaan vanuit een verlangen om met meer plezier in het eigen lichaam te zijn. Ik merk het bijna elke dag, hoe het accelererende kapitalistische systeem met zijn constante staat van crisis mijn sensualiteit dooft. De handreikingen en inzichten die worden gedeeld via (virtuele) gemeenschappen bieden een waardevol tegenwicht.
Jori Galama (1992) is een Nederlandse filmmaker, schrijver en cultuurwerker, woonachtig in Brussel. In 2022 won hen de juryprijs van de literaire erotische schrijfwedstrijd Het Rode Oor. Hen schrijft voor Lilith Magazine een wisselcolumn met Alara Adilow over liefde & seks.