Clarice Gargard: Welke nieuwe verhalen vertel je wanneer de oude zo moeizaam uitsterven? 

De Staat van het Verhaal is een bergrede over de ontwikkelingen in de wereld van de literatuur, de journalistiek en het gesproken woord, georganiseerd door literaire instelling Wintertuin tijdens de industriedag ‘Nieuwe Types’. Door de jaren heen nodigden zij schrijvers als Maxim Februari en Marjolijn van Heemstra uit om de lezing te houden. Dit jaar vroeg de organisatie Lilith-co founder Clarice Gargard om vanuit haar positie in het veld een stuk te schrijven over de staat van de letteren en de rol/mogelijkheden van activisme daarbinnen. Die is nu hieronder te lezen.

“Ik heb 9/11 flashbacks”, vertelt een vriend van me. Hen wordt geteisterd door schimmen van het verleden die door het heden opnieuw gestalte krijgen. De nachtmerrie wordt veroorzaakt door de recente golf van moslimhaat, mede gecultiveerd door de huidige minister-president, Dick Schoof, en de rechts-radicale leiders en ideologieën binnen dit kabinet. 

Wat zeg je tegen een dierbare, wanneer het geweld aan de overkant van de wereld ook bij ons om de hoek plaatsvindt? In de politieke arena, op straat, bij protesten, wanneer dienaren van de staat die burgers dienen te beschermen met geweld aantonen dat ze vooral beschermers van het systeem zijn? 

Hoe fluister je iemand genoeg moed in om op te kunnen boksen tegen negatieve frames die als trends weer komen aanwaaien? 

Welke nieuwe verhalen kun je überhaupt vertellen wanneer de oude zo moeizaam uitsterven? 

Angst in de samenleving

De angst in de samenleving is tastbaar en de uitstulpingen friemelen rond in onze persoonlijke psyche en dat van het collectief. Het kan niet anders dan dat ook u het voelt en zich zorgen maakt. Het in real time aanschouwen van een genocide op de Palestijnse bevolking door de Israëlische staat, de uitbreiding van het oorlogsgebied en het gebrek aan adequate bestrijding daarvan, brengt ook hier van alles naar het oppervlak. 

Voor Palestijnen, Libanezen, moslims, joden, genocide-overlevenden, oorlogsslachtoffers, vluchtelingen, hen die leven of geleefd hebben in angst voor vervolging en iedereen die zich daaraan of daarmee verbonden voelt. 

Hetzelfde geldt voor de uitslag van de Amerikaanse en Nederlandse verkiezingen die ons teleporteren naar een tijd waar de helft van de bevolking minder rechten had, of in ieder geval zonder tegenspraak als minderwaardig gezien en behandeld werd. 

We leven in een tijd, waar het kleinste deel van de populatie bestaande uit (super)rijken de touwtjes in handen heeft en alle middelen inzet om die te houden.  

Ik voel de angst ook. Ik ben bang voor de veiligheid van dierbaren, voor de stemming in het land en voor waar het heengaat met de wereld. 

Ik ben bang om het verkeerde te zeggen en bang om niets te zeggen, omdat niets ‘juist’, goed genoeg of toereikend voelt. En omdat in de huidige chaos wat waar en wat zuiver is zo zeldzaam te vinden zijn, als parels zoeken in troebel water.  

Dat is een van de methoden van oorlogsvoering, een tactiek van oorlogszuchtigen. Wanneer je genoeg verwarring en verdeling zaait, verliest men niet alleen de weg naar elkaar maar ook naar het eigen kompas, de eigen stem. 

Ik bedoel daarmee niet de stem die schreeuwt op sociale media, of opgaat in de menigte, of de stem die nabootst wat anderen zeggen of in cirkels redeneert. Hoewel dat allen soms nodig is, vraagt deze tijd nog meer om een stem die als een baken van licht de weg wijst, een echo uitzendt, naar wie we waarlijk zijn en wie we willen worden. Het is een stem die in ons allen schuilt maar onder de groeiende angst bedolven ligt.  

De hiërarchische wereld

Dat komt onder andere door het verhaal dat we nu vertellen over onszelf. Het is er een van binaire tegenstellingen en hiërarchieën, zoals Amerikaanse auteur Octavia Butler schreef in haar Xenogenesis-serie over de post-apocalyptische Aarde. 

De erfzonde van de mens, is dat die hiërarchisch is en deze hiërarchieën drijven ons tot verdeling, oorlog, moordlust, wedijver en hebzucht. Dat is momenteel nergens zichtbaarder dan bij de genocidale aanvallen op de Palestijnse bevolking door de Israëlische staat. 

Ik zeg nadrukkelijk staat, omdat de daden van een autoritaire overheid niet per definitie de wil van het gehele volk vertegenwoordigt. Blijkbaar moet je duidelijk maken waarom je tegen de massamoord op mensen, en met name kinderen bent om niet antisemitisch genoemd te worden - wat overigens niet wil zeggen dat antisemitisme geen probleem vormt. Two things can be true at the same time. 

Een overgroot deel van de wereld is tegen deze bezettingsoorlog en schreeuwt de longen uit het lijf om dat duidelijk te maken. Maar toch gaat een kleine groep machtigen door met oorlog voeren. Ze vertellen dat ze onze stemmen horen, om de illusie van democratie in stand te houden, maar laten zien dat ze er niet naar hoeven luisteren. 

Vele westerse leiders, media en vertegenwoordigers houden Israël de hand boven het hoofd. Zoals ouders die niet onder ogen willen komen dat hun gezellig ventje met de appelwangetjes tot een engnek is uitgegroeid.   

We willen immers altijd het beste zien in hetgeen dat wij hebben voortgebracht, omdat de waarheid over hen ons falen kan betekenen. Zo wil ook de westerse wereld de daden van Israël rechtvaardigen, want als ze haar creatie in de ogen moet kijken, zou ze daarin misschien wel het eigen monsterlijke evenbeeld gespiegeld zien. Het is niet voor niets dat uit de klassieker van schrijver Mary Shelly, het de maker van het monster van Frankenstein is die bij naam bekend is, en niet het monster zelf. 

De verhalen die we herhalen

Afgelopen maand was ik in de Egyptische Sahara voor een residency om de sterren te bestuderen met andere makers en kunstenaars. Het was een bonte verzameling van mensen met een voorliefde voor de sterren en de verhalen die ze ons kunnen vertellen. 

We bestudeerden in het holst van de nacht tussen de zandduinen en vulkanisch gesteente, de leer van Egyptisch Griekse astronoom, astroloog en wiskundige Ptolemy. We bestudeerden ook de historische saga’s van de Egyptenaren en Grieken. Het was een (kinder)droom die uitkwam. 

Maar het was tegelijkertijd ook confronterend, omdat ik mij ineens nog bewuster werd van hoe ver onze denkbeelden reiken. Zo ver dat men ze niet alleen hier op Aarde verspreidt, maar zelfs op de hemel projecteert. Zo heb je de constellatie van Medusa, een welbekende Griekse mythe over misschien wel de eerste monsterlijke vrouw, die de samenleving teisterde – maar zeker niet de laatste. Ze veranderde elke man die haar durfde aankijken in steen. 

Uiteindelijk werd Medusa verslagen door Perseus, de half sterfelijke zoon van Poseidon, die daarna als held onthaald werd op Mount Olympus. Deze hele saga kun je letterlijk in de sterren lezen en zien, inclusief het afgehakte hoofd van Medusa. 

Enkele eeuwen later kreeg het verhaal een addendum. Medusa bleek verkracht door Poseidon en was daarom door Athene verbannen en in een monster veranderd. Of het was om haar te straffen of te redden is niet helemaal duidelijk, maar wat wel duidelijk mag zijn, is dat haar enige overtreding – zoals dat vaak ook op Aarde is - vrouw-zijn was. 

Wat ook duidelijk mag zijn is dat de verhalen die we vertellen de huidige hiërarchieën in stand houden. Om dat te doen zijn de tegenstellingen die we schetsen van essentieel belang. 

De wet van de sterkste

De tegenstellingen over wie goed of kwaad zijn, erbij horen of niet en wier leven als verwaarloosbaar gezien mag worden, vooral wanneer het geprivilegieerden elders iets op kan leveren, zij het geld, comfort, of de zoete zaligheid van onwetendheid. 

Dit leidt ertoe dat we kunnen negeren dat zwarte kindervingertjes in Congo tot aan bloedens toe kobalt mijnen voor onze telefoons en laptops. Dit leidt ertoe dat we onze landen overleveren aan dictators en demagogen die de Aarde zelf leegplunderen en uitputten en nu ook hun koloniale pijlers richten op de maan. 

Deze leiders vleien en vertellen dat we allemaal mens zijn, maar dat sommigen van ons toch net iets meer mens zijn dan de ander. Oh, en misschien maken ze als bonus de boodschappen wel wat goedkoper, die valse belofte schijnt ook ervoor te zorgen dat een deel van de bevolking hen de macht geeft om ons allen te vernietigen. 

Het devies van de mens op Aarde is tot nu toe geweest dat voor de een om te overleven, er een ander is die moet verliezen, vergetend dat zonder elkaar er überhaupt geen leven bestaat. 

Dit oerverhaal is door de eeuwen heen herhaald: bewust, onbewust, dienstplichtig, vrijwillig of onvrijwillig. Het staat in al onze geheugens geprent, gebrandmerkt. Daarom wil je bijvoorbeeld stiekem toch dat jouw kind, werk, land bovenaan alle lijsten prijkt. Daarom wil je überhaupt dat er lijsten zijn. 

Begrijp me niet verkeerd, er is op zich geen probleem met het streven naar de top, (ik bedoel ik zou geen nee zeggen tegen een topsalaris – mocht een van u die in de aanbieding hebben). Alleen niet wanneer jouw vooruitgang de ondergang van je buurpersoon betekent.  

Bij het vertellen van verhalen in literatuur en media wordt er vaak gereproduceerd wat er in ons collectief geheugen staat geprogrammeerd, voordat de realiteit eraan getoetst wordt, zelfs bij kritische journalisten en media. Bij wie het uiterst gevaarlijk is gezien zij ons beeld van de wereld vormen. Dat is hoe toestemming voor het ondenkbare gecreëerd wordt, schrijven mediacritici als Noam Chomsky en Arundhati Roy. 

Dat zag je toen Israëlische voetbalhooligans en (voormalig) IDF- soldaten – befaamd voor hun beschaafdheid als je sommige reacties moet geloven – als weerloze slachtoffers neergezet werden, tegenover de eigen landgenoten, door de vaderlandse pers. 

Want dat is het verhaal dat altijd verteld is over Marokkaanse-Nederlanders, en joden en moslims. Kijk, het gaat mij er niet om dat de een volledig goed is en de ander volledig kwaad. Het gaat mij erom dat we inzien dat we allemaal tot van alles in staat zijn en dat dat hetgeen is wat ons mens maakt. Maar de complexe realiteit wordt platgewalst, waardoor sommige bevolkingsgroepen slachtoffers mogen zijn en anderen alleen maar daders. 

Als u het allemaal niet al somber inzag, dan zal het nu wel het geval zijn, vermoed ik.   

Kunstenaars aan het werk

Toch is het juist in dit soort tijden, volgens schrijver Toni Morrison, wanneer kunstenaars aan de slag moeten. Dit schreef zij in The Nation in 2015. Ze deelde hoe ze tijdens de herverkiezing van Bush in 2004 moedeloos en ontroostbaar thuiszat (enigszins herkenbaar nu), totdat een vriend en collega haar tot orde maande.  

Het is tevens een reminder dat het leven een cyclus is en we eerder op dit punt van politieke wanhoop hebben gestaan, met leiders die voor winst oorlog voeren. 

Morrison schreef het volgende: “We speak, we write, we do language. That is how civilizations heal. I know the world is bruised and bleeding, and though it is important not to ignore its pain, it is also critical to refuse to succumb to its malevolence.” 

De literatuur, kunsten, woorden en verbeelding zijn altijd een manier geweest om niet te bezwijken onder de kwaadaardigheid van de wereld. Of het nou gaat om het dagboek van Anne Frank ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, die inzicht bood in gruwelijkheden maar ook de onschuld van een kind.  

Of het nou gaat om de revolutionaire rede van psychiater en schrijver Frantz Fanon op het hoogtepunt van het kolonialisme die naast zelf meestrijden in de Algerijnse revolutie de psyche van de witte westerse kapitalistische wereld analyseerde, en die van zwarte mensen.  

En of het nou gaat om de wijsheden van Kahlil Gibran, wier bekendste boek de Profeet toevalligerwijs of precies op tijd op de flanken van de ontchristelijking verscheen en ons poëzie over het leven bracht. 

De literatuur, kunsten, woorden en verbeelding zijn altijd een manier geweest om niet te bezwijken onder de kwaadaardigheid van de wereld. 

In mijn jongere jaren waren het boeken als To kill a mockingbird van Harper Lee die mij leerden over het leven in het gesegregeerde Amerikaanse Zuiden. Een leven dat zo anders was dan de mijne, maar soms toch zo hetzelfde voelde, aangezien ik geboren ben in de Verenigde Staten, mijn ouders uit Liberia komen maar ik als vluchteling hier in Nederland terechtkwam.  

Het waren verhalen verteld in films zoals the Queen and I door Nahid Persson Sarvestani die als politieke activist de vrouw van de Iraanse shah confronteerde met de repressie van het regime, maar die ook een vriendschap met de voormalige koningin sloot. Daarin werd de dualiteit van het leven voor mij zichtbaar. 

In the Look of Silence, van Joshua Oppenheimer over Indonesische massamoorden zag ik de capaciteit van elk mens om kwaad te kunnen doen. En in films als Selma, waarin duizenden marcheerden voor zwarte burgerrechten in de Verenigde Staten, zag ik het tegenovergestelde en voelde ik de kracht van verzet. 

 

Op latere leeftijd ontdekte ik ook de eigen verhalen, begraven in het regenwoud van mijn voorouderlijk vaderland, gekoesterd in de boezem van grootmoeders en opgeborgen onder de gewaden van grootvaders, soms zelfs verstopt in de liederen van kinderen.  

Zo ontdekte ik dat verhalen niet altijd op papier of in gebouwen worden bewaard, maar ook in de lichamen van mensen opgeslagen kunnen worden. 

Verhalen die gehoord willen worden

Als we duizenden jaren teruggaan in de tijd, zien we hoe we altijd via verhalen trachtten te communiceren, of we nou op dat moment gehoord werden of niet.  

Ik denk aan de donkerte van de Hato grot op Curaçao, waar je rotstekeningen van 1500 jaar geleden vindt, gemaakt door Arawaks, de oorspronkelijke bewoners van het eiland. 

De grotten werden eeuwen later door totslaafgemaakten gebruikt om zich te verbergen voor slavenhouders. Het is een indrukwekkende plek, waar de stalagmieten je als stenen ijspegels boven het hoofd hangen en er rode dieren en menspoppetjes – althans in mijn gebrekkige herinnering - op bijna kinderlijke wijze op zandkleurige wanden gekrast zijn. 

Het is ontroerend om te aanschouwen, omdat het een draadje is dat verschillende volkeren en tijden als een kralenketting aan elkaar rijgt. Het is hoe het web van het heden, verleden en de toekomst om ons heen geweven wordt door middel van de verhalen die we vertellen, vergeten, wissen, overslaan en opnieuw herinneren.  

Ik geloof niet dat er een manier is om verhalen te vertellen. Ik geloof dat ze naar ons toe blijven komen tot wij er klaar voor zijn om ze te horen.  

Al deze en eerdergenoemde verhalen zeggen iets over wie we waren en wie we zijn. Ze bieden bedding aan ons leven. 

Maar verhalen kunnen ook iets meer vertellen over wie we willen of moeten worden, als een soort toekomstvoorspelling.   

Tegenwoordig zijn er steeds meer verhalen die ons vertellen over het verleden en het nodige, onbeschreven en onderbelichte naar het oppervlak halen. Boeken die het pre- of postkolonialisme beslaan en die narratieven veranderen en eigenaarschap terugnemen. 

Dat is noodzakelijk, want we hebben veel in te halen op dat gebied. Er zijn ook steeds meer boeken over de sociale problemen in het heden, geschreven door ‘zevenstreepjes’ witte mannen die nu pas ontdekken dat de wereld misschien niet zo eerlijk is als zij dachten en daar verbolgen over zijn, als de mosterd die geserveerd wordt nadat de maaltijd gegeten is.  

Enfin, het is voor sommigen nodig om alles wat mensen van kleur decennialang zeiden via anderen te herontdekken. Dat is tenslotte ook een soort traditie.  

De toekomst in

Maar nu nog meer dan ooit snak ik naar kunstenaars die ons de toekomst in schrijven, de wegbepalers, degenen die ons een stip aan de horizon bieden.  

Want het is vaak moeilijk leven in deze tijden waar je bijna elke week met een catastrofale historische gebeurtenis om de oren wordt geslagen en je ook nog eens moeilijk een woning kunt kopen, of huren.  

Al is het volgens de millenial watchers omdat we te veel brunchen en niet omdat het privatiseren van een menselijke basisbehoefte als onderdak rampzalige gevolgen heeft. 

Daardoor vraag ik me soms af of we als makers en kunstenaars niet te gepreoccupeerd zijn met het reproduceren van wat we zien en het idee van wie we waren. In plaats van het creëren van iets nieuws. Het samenstellen van een nieuwe identiteit, een ander verhaal construeren.   

De macht die wil dat alles bij het oude blijft doet dat namelijk wel. Toegegeven, het is een oud verhaal in een nieuw jasje, maar ze trekken hem aan waar we bij staan. Denk aan Trump die een toekomstbeeld schetst, waarbij hij niet alleen alle onwenselijke migranten elimineert, maar ook de economie verbetert, of dat nou waar is of niet. 

Het gaat niet om de details of haalbaarheid van wat hij vertelt, maar om het beeld dat hij schetst. Hij is het toonbeeld van macht vergaren door lak te hebben aan anderen, en sommige burgers denken dat zijn presidentschap dat ook voor hen mogelijk maakt.  

Ze zouden een misdaad plegen om die positie te hebben, of in ieder geval hun leven en het land aan een misdadiger overhandigen. Men gelooft liever in een demagoog dan een democraat, want die weet tenminste wie hij is en belooft zijn bezittingen en kennis met jou te delen. 

Natuurlijk, is het niet zo simpel als het roer gewoon omgooien en demagogen bieden vaak gebakken lucht wat dat betreft. Maar wat wel simpel is, is de wil en de droom om het anders te doen en dat als waarheid te verkondigen. 

In zijn boek It's OK to Be Angry About Capitalism (een verkapt pleidooi voor zijn politieke beleid maar soit), schrijft Bernie Sanders over hoe hij een succesvolle tegenbeweging in de Verenigde Staten creëerde, waarbij hij adequate gezondheidszorg, loonsverhoging en sociale gerechtigheid aan het volk verkocht. Jong, oud en Amerikanen van allerlei komaf, sloten zich bij zijn groeiende beweging aan. 

Daar stak uiteindelijk de Democratische partij een stokje voor. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat burgers gaan geloven in andere mogelijkheden en dus niet meer afhankelijk zijn van degenen die hen uitbuiten.  

Ik geloof niet dat het politieke leiders zijn die ons zullen redden, ongeacht hoe tof ik Esther Ouwehand vind.  

 Want politici kunnen alleen maar opereren binnen ons huidig beperkt systeem, dat zich meer bekommert om de eigen overleving dan die van haar burgers. 

Het tegenovergestelde toelaten zou voor hen zelfdestructie betekenen. Al zal een andere koers met socialer en humaner beleid en socialer en humanere omgang ook hun redding zijn.  

Maar het is net zoals wanneer het lichaam ziek is en de cellen die het beter moet maken aanvalt. Dat doet het omdat het zo lang ziek is geweest, dat het wat goed is voor de gezondheid simpelweg niet meer herkent.  

Ik geloof wel in kunstenaars, de kracht van het woord en in jou en mij. Ik geloof in boeken zoals dat van Robin Wall Kimerer, een wetenschapper uit de Potawatomi Nation, die in Braiding Sweetgrass inheemse ecologische kennis deelt die onze relatie met het klimaat en de natuur volledig kan veranderen. “Can we bend our heads together and make a braid to honor the earth? And then I’ll hold it for you, while you braid too”, schrijft ze. 

Onlangs las ik ook het boek The ones who walk away from Omelas van sci-fi schrijver Ursula K. Le Guin. Het is een verhaal over mensen die in Omelas wonen. Zij leiden het goede leven met alle zorg, onderdak en genot die ze zich maar kunnen wensen.  

 Er is alleen een voorwaarde om dat allemaal te kunnen behouden. Een kind moet voor altijd in een donkere kelder opgesloten blijven: halfblind, slechthorend en marinerend in de eigen uitwerpselen. 

Niemand weet precies waarom dat zo is, maar ze weten dat het werkt.   

De meeste burgers vinden het ‘heus wel erg hoor’. Maar accepteren het als een realiteit om het leven te kunnen leiden dat zij willen. Anderen zijn tegen en proberen die eerste groep van hun gelijk te overtuigen.  

En dan heb je degenen die zodra ze oud genoeg zijn om door te hebben wat er gebeurt, zonder een woord te zeggen opstaan, Omelas verlaten en nooit meer terugkeren. 

Er zijn verschillende interpretaties van het verhaal maar ik zie de weglopers als wegbepalers. Als wegbepalers, die ervoor kiezen niet meer te investeren in een systeem waar ze niet in geloven. Als wegbepalers die niet meer het oude verhaal willen reproduceren. Dus verlaten ze Omelas en beginnen ze opnieuw.  

Het einde der tijden

Sommigen zien in de tijden waarin we leven een teken van het einde en proberen dat met man en macht te voorkomen. Ik ben geen vijand van het einde, maar een vriend van een nieuw begin. Ik zeg laat de wereld branden en ondergaan, want er staat een nieuwe aan de horizon te wachten. 

Wat vertel ik mijn vriend die bang is voor waar het allemaal heengaat?  

Ik vertel hen dat ik de tijd neem om de wonden te likken maar niet bij de pakken neer ga zitten.  

 Ik vertel hen dat sinds het begin van de mensheid beschavingen opkomen en ten onder gaan en er weer nieuwe ontstaan. 

Ik vertel hen dat ik mijn oor tegen de grond houd, om de nieuwe verhalen die smeken gehoord te worden op te tekenen.  

Ik vertel hen dat ik als maker, kunstenaar, mens aan de slag ga, want dit zijn de tijden wanneer kunstenaars dat moeten doen.  

En u? Wat zal u doen? 

In het voorjaar van 2025 verschijnt het nieuwe boek van Clarice bij de Arbeiderspers, Na verzet komt (r)evolutie, waarin ze onderzoekt, bespiegelt en filosofeert hoe we in deze tijden van crises een persoonlijke en maatschappelijke (r)evolutie kunnen ontketenen.

Foto: Ariela Slakhorst

Lilith Magazine