Haat op transwet is typisch Nederlands. Kijk maar naar de geschiedenis!
Het nieuwe broodnodige transwetvoorstel wordt dinsdag 27 september en woensdag 28 september in de Tweede Kamer besproken. Als je niet onder een steen leeft, weet je dat de aanwezigheid van trans personen en hun rechten nog voor te veel weerstand zorgen in Nederland. Verslaggever Bram schrijft voor Lilith over de transwet, maar ook de geschiedenis van onverdraagzaamheid rondom lhbti+ emancipatie.
Ik plaatste onlangs op Twitter de simpele tekst ‘Ik ben non-binair’ om te zien wat de reacties zouden zijn (ik ben ook echt non-binair, anders zou dit natuurlijk raar en ongepast zijn). Dat leidde tot honderden comments, van ‘val mij daar niet mee lastig’, ‘je bent gewoon een verwarde man’ tot expliciete transfobe opmerkingen en vragen over mijn geslachtsdelen. Dat er veel bekrompen mensen op het socialmediaplatform zitten, is geen verrassing. Maar het is helaas wel kenmerkend voor de houding richting transgender personen door veel Nederlanders. Zoals je nu ook rondom de mogelijke invoering van de nieuwe Transwet ziet. Een haat jegens lhbti-personen die eigenlijk typisch is als je naar de Nederlandse geschiedenis kijkt.
Wat is de transwet?
De Tweede Kamer debatteert o.a. dinsdag 26 september over de nieuwe Transgenderwet, die geslachtsverandering in de geboorteakte wettelijk makkelijker moet maken. Voorheen moest iemand een lang en zwaar traject ondergaan om hun geslacht te veranderen en daar een deskundigenverklaring voor krijgen. Een vrouw moest soms meer dan een jaar wachten om volgens de wet vrouw te ‘mogen’ zijn. Dat betekent wellicht niks voor cis personen (red: mensen die zich identificeren met het lichaam waarin ze geboren zijn) maar stel je voor dat je een jaar lang als het tegenovergestelde van de man of vrouw die je nu bent door het leven moet. Dat zou een marteling zijn. Ook mogen kinderen jonger dan 16 jaar als de wet wordt aangenomen - met goedkeuring van de rechter - hun geslacht in geboorteakte en paspoort aanpassen.
Aan dit wetsvoorstel zijn door voorstanders de afgelopen tijd demonstraties vooraf gegaan. Ook hebben zorginstellingen en deskundigen beaamd dat de huidige wet niet pluis is. Er is echter ook veel weerstand tegen de komst van de wet, waaronder van coalitiepartij ChristenUnie, prominente mediapersoonlijkheden en platforms als ‘Gendertwijfel.’
Sommigen beweren dat de wetsverandering het moeilijker zou maken om vrouwen en kinderen te beschermen van seksueel ontucht. Er is geen enkel bewijs dat zo’n wet voor meer ontucht zou zorgen. Dit argument wordt alleen gebruikt om haat richting trans personen te legitimeren. Maar dit is niet de eerste keer in de moderne geschiedenis van Nederland dat er ophef is rond een wet voor emancipatie van lhbti-personen.
Artikel 248 bis
Tussen 1969 en 1971 was er een politiek conflict rond Artikel 248 bis van het wetboek van strafrecht. Deze wet stelde dat meerderjarigheid bij homoseksueel contact 21 jaar moest zijn, terwijl dat bij heteroseksueel contact 16 was. Tegen deze wet werd in 1969 het eerste protest voor emancipatie van homoseksuelen gehouden. Dat werd de Roze Zaterdag genoemd, wat volgens sommigen de voorloper van Pride is.
De Gezondheidsraad, een onafhankelijk wetenschappelijk platform, vertelde de regering dat Artikel 248 bis geen geldige onderbouwing had. Maar ondanks morele en wetenschappelijke bezwaren had het afschaffen van deze wet vele tegenstanders.
Zo verscheen op 6 november 1969 in de Telegraaf een opiniestuk van Mr. L van Heyningen, waarin hij als argument tegen het wetsvoorstel stelt dat ‘na schrapping van het artikel (...) politie en justitie geen bescherming meer [zullen] kunnen bieden’ aan kinderen. Net als de huidige weerstand op de Transwet werd toentertijd ook verzonnen kinderleed ingezet door de tegenstanders van emancipatie.
Dit is niet de enige tactiek die weer opgegraven is. Zo is een vaak gebruikt argument van tegenstanders van trans-emancipatie dat het aantal transgender personen zou groeien als gevolg van media-aandacht en dat anderen beïnvloed zouden worden om trans te worden. Dit argument werd ook gebruikt in de strijd tegen homo-emancipatie.
In 1972 schreef een lezer in een ingezonden brief in het Algemeen Dagblad dat "onze jeugd [wordt] bedrogen en verleid tot wetteloosheid en zedeloosheid."
Deze twee argumenten volgen dezelfde foutieve gedachtegang dat als je bewust wordt van het bestaan van lhbti+ personen, je er automatisch ook een wordt. Dit argument is al door psychiaters in de jaren 1950 en 1960 ontkracht maar wordt tot de dag van vandaag nog steeds uit de oude doos gehaald om transfobie goed te praten. Wat er wél gebeurt door meer aandacht voor lhbti+ personen, is dat anderen die zich altijd al anders voelden bevestigd kunnen worden en zo uit de kast durven komen.
Dit bericht in het AD was onderdeel van een verhitte discussie die wekenlang woedde, zoals je nu zou zien op een socialmediaplatform als Twitter. De gehele maand november stond het katern ‘lezers in discussie’ vol met voor- en tegenstanders van emancipatie van homoseksuele mensen, zelfs op de dagen rond de landelijke verkiezingen. De krant was het zo zat dat er in een redactioneel stuk werd verzocht geen brieven over dit onderwerp meer in te sturen.
Wat opvalt is dat in deze brievenwisseling de strijd rond homo-emancipatie de term “discussie” of “vraagstuk” regelmatig werd gebruikt. Deze termen zullen door de meeste lezers nu als raar, bijna beledigend, worden gezien. Immers, homoseksueel zijn is geen discussiepunt.
‘Debat’ transwet
Maar de huidige strijd rond emancipatie van transgender mensen wordt ook met regelmaat een debat of discussie genoemd. Dit laat zien dat naast de argumenten, ook de taal gerecycled wordt.
Vanaf de jaren 60 begonnen homoseksuele mensen in Nederland zich meer in het openbaar te uiten, wat deels voor meer acceptatie zorgde. Dat was voorheen niet het geval.
In de Gaykrant vertelde oud-politicus en homo-activist Coos Huijsen in 2019 over hoe het was om homoseksueel te zijn voor de seksuele revolutie: “Homo’s zelf hielden zich dan ook gedeisd. Als ze stelling namen was het over maatschappelijke thema’s en niet over persoonlijke zaken, laat staan over hun seksualiteit.”
De tactieken die hier besproken zijn, stammen dus uit de tijd dat homoseksualiteit langzaam meer geaccepteerd werd. Het zou dus mogelijk kunnen zijn dat dit reacties waren op zichtbare verandering, als een soort hatelijk angstreflex.
Dat deze tactieken nu terugkeren in de strijd rond transgender-emancipatie en dus ook de transwet zal dan ook geen toeval zijn. Het aantal openlijk transgender personen die zichtbaar in de media en het openbaar zijn groeit, waarmee de acceptatie ook meegroeit, blijkt uit een onderzoek van Oxford University onder de Britse bevolking.
Maar denk in Nederland bijvoorbeeld aan influencer Nikkie de Jager, presentator Raven van Dorst of model Loiza Lamers die een groot podium hebben en vrij geliefd zijn. Dat deze anti-lhbti-tactieken van vijftig jaar geleden hergebruikt worden, is een teken dat angst voor verandering weer opdoemt. Misschien juist omdat het met de emancipatie ook voorzichtig de juiste kant op lijkt te gaan.
Tekst gaat door onder de foto
Al blijven de meest kwetsbare trans personen, denk aan mensen van kleur, in de lagere inkomensklassen en mensen met een beperking, nog onder de radar van de grote media. Ook het begrip voor genderidentiteiten die buiten de norm van Nederlandse begrippen vallen, bijvoorbeeld two-spirit en andere indigenous genderidentiteiten blijft uit. Er is dus nog heel veel werk aan de winkel voor we kunnen spreken over échte emancipatie.
Nederland zet zichzelf maar al te graag neer als een geweldig tolerant land dat over de intolerantie uit de vorige eeuw is gestapt, maar de geschiedenis herhaalt zichzelf.
Vandaag zal ik aanwezig zijn bij het debat over de transwet om als het meezit geschiedenis geschreven te zien worden in de Kamer. Hopelijk leidt dat tot iets nieuws en niet weer een herhaling van zetten.
Vond je dit artikel waardevol en waardeer je onze journalistiek, en wil je helpen Lilith beschikbaar te houden voor iedereen? Doneer dan via één van de buttons hieronder (Tikkie). Of steun ons structureel en word een Friend.
Wil je doorpraten over de transwet en transzorg in Nederland? Laat je horen op socials!