Verhef je stem tegen armoede in Nederland!
Geen geld voor primaire levensbehoeften en ieder dubbeltje tien keer moeten omdraaien is van alle tijden. Armoede is er altijd geweest en het zal er helaas altijd zal zijn. Dit is echter geen reden om armoede niet zoveel mogelijk proberen te voorkomen.
Armoede is meer dan een gebrek aan geld. De vele problemen die het met zich meebrengt, de kansen die het ons ontneemt, en het risico dat de armoede overgedragen wordt op latere generaties, maakt dat we de bestrijding en de preventie van armoede serieus moeten nemen. Om armoede effectief te bestrijden en te voorkomen is politieke wils- en daadkracht en uiteindelijk overheidsoptreden nodig. Helaas schort het in Nederland aan beiden. Dit is mede te wijten aan het sociale klimaat, waarin we zijn doorgeslagen in het individualistisch denken en het neoliberale gedachtegoed. Armoede wordt gezien als het gevolg van persoonlijk falen en een gebrek aan inzet. De veronderstellingen dat Nederland een uitstekend stelsel voor sociale zekerheid heeft, het idee dat werken de weg is om uit de armoede te komen, en het gebrek aan machtsvorming door armen, zijn redenen waardoor het erg lastig is om armoede effectief te bestrijden en politiek hiervoor de handen op elkaar te krijgen.
Om armoede effectief te bestrijden en politici te dwingen andere keuzes te maken hebben we meer kennis over de tekortkomingen van ons socialezekerheidsstelsel, de arbeidsmarkt, en armoede-activisme nodig. Dit laatste is belangrijk om armen in staat te stellen een machtsblok te vormen waardoor de politiek niet langer om hen heen kan. Mensen die minder financiële middelen hebben kunnen dit echter niet alleen. Niet-arme burgers moeten naast hen staan in de strijd tegen armoede. Dat kan bijvoorbeeld door aanwezig te zijn bij protesten. Bedenk bijvoorbeeld hoeveel het kost om je stem te laten horen op het Malieveld. Een retourticket Utrecht-Den Haag met de trein kost al gauw rond de 24 euro. Met een weekbudget van 80 euro, normaal voor een gezin met weinig geld, is dit onbereikbaar. Armoede-activisme moet dus vooral komen van mensen die het zich kunnen ‘veroorloven’ zich uit te spreken.
De materiële en immateriële gevolgen van armoede
Wat is armoede eigenlijk? Armoede is reikhalzend uitkijken naar de uitbetaling van het vakantiegeld, omdat je dan eindelijk naar het strand kan met de kinderen en een ijsje voor hen kan kopen. Dit geldt echter alleen voor de mensen die geluk hebben en bij wie het vakantiegeld niet wordt verrekend als ze in de schuldsanering zitten, of bij wie het vakantiegeld moet worden gebruikt om vooruitgeschoven rekeningen te betalen. Armoede gaat namelijk dikwijls gepaard met problematische schulden. Het leven van arme mensen wordt vaak gekenmerkt door een aaneenschakeling van onzekerheid, stress en uitzichtloosheid. Het brengt mensen in een overlevingsstand, omdat continue antwoorden gevonden moeten worden op de meest wezenlijke vragen als: hoe krijgen we vandaag (warm) eten op tafel, hoe komen we aan geld om de huur, de energierekening en de zorgpremie te betalen? Armoede heeft niet alleen materiële, maar ook immateriële gevolgen. Zo rapporteerde in 2017 het College voor de Rechten van de Mens dat door armoede verschillende mensenrechten onder druk staan in Nederland. Het gaat hierbij onder andere om het recht op gezondheidszorg, onderwijs en participatie. Omgekeerd geldt dat, wanneer mensenrechten onvoldoende worden gegarandeerd, er een risico ontstaat om in armoede te komen of te blijven.
Er zijn in Nederland objectieve maatstaven waarmee armoede wordt uitgedrukt. Iemand is arm wanneer zij of hij niet in staat is om te voorzien in haar of zijn bestaanszekerheid en in de primaire behoeften zoals eten, drinken, een dak boven het hoofd en kleding. Het CBS berekent dit aan de hand van de lage inkomensgrens. In 2016 lag de grens voor een alleenstaande op 1.030 euro per maand. Voor een stel met twee minderjarige kinderen was dit 1.940 euro. In 2016 moesten 590 duizend van de ruim 7,2 miljoen Nederlandse huishoudens rondkomen van een laag inkomen. Dit zijn ongeveer 1,2 miljoen personen waarvan 420.000 kinderen en 320.000 werkende armen. Wanneer we inzoomen op deze getallen, zien we ook dat armoede vaker voorkomt bij huishoudens van niet-westerse komaf en vluchtelingen, vooral uit Syrië en Eritrea. Behalve de niet-westerse huishoudens komt armoede ook vaker voor onder eenoudergezinnen, alleenstaanden tot de AOW-leeftijd, huishoudens met bijstand en huishoudens met een laagopgeleide hoofdkostwinner.
Lobby-armoede
Armoede isoleert en verzwakt mensen. Het maakt mensen ook lobby-arm. Het ontbeert arme mensen vaak niet alleen aan budget om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Het is ook een stuk lastiger om politiek geëngageerd te zijn als je elke dag een groot deel van je tijd en energie moet besteden aan je afvragen hoe je eten op tafel krijgt, de vaste lasten betaalt en incassobureaus op een afstand houdt. Het is dan niet raar als zaken als politiek, verkiezingen en demonstreren dan een ver-van-je-bed-show zijn. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we inmiddels dat de noodzaak om te zien overleven op de korte termijn ten koste gaat van het vermogen om te handelen op de lange termijn. Dat is de reden waarom mensen met weinig financiële middelen soms gedwongen worden ogenschijnlijk ‘irrationele keuzes’ te maken, zoals een winterjas kopen op krediet. Vanwege de rente op de lening betaal je hierdoor extra voor die winterjas. Toch doe je het, want je kan niet anders: het geld is er niet om direct te kunnen betalen. Irrationele keuzes in de optiek van sommigen, een dagelijkse realiteit voor veel anderen.
Als mensen gehinderd worden in het deelnemen aan de samenleving, in het opkomen voor zichzelf en in het opeisen van hun (democratische) rechten, dan maakt dat hun politiek en maatschappelijk irrelevant. Dat anderen hun stem voor en namens hen verheffen is daarom niet alleen geoorloofd; het is een noodzaak. Armoede kan alleen bestreden en voorkomen worden, wanneer arme mensen niet als enigen de kar hoeven trekken.