Te midden van crises in Libanon helpen deze ngo’s vrouwen en de LHBTQI-gemeenschap
De elektra in Libanon doet het slechts enkele uren per dag. Dacht je dat de benzineprijs hier aan de pomp hoog is, in Libanon is het pas echt schaars: werkende aggregaten zijn dan ook zeldzaam. Voedsel is drie keer zo duur als een jaar geleden, en wie de mogelijkheid heeft, verlaat het land. Barbara Nieuwkoop ging in gesprek met twee NGO's over hoe zij Syrische en Palestijnse vrouwen en LHBTQI-ers helpen het hoofd in de aanhoudende crisis boven water te houden.
Libanon begeeft zich al jaren in een politieke en economische crisis. Door de coronamaatregelen leeft de helft van de bevolking tegenwoordig onder de armoedegrens. Een kwart waarvan in extreme armoede. Libanon wordt bewoond door 5,5 miljoen Libanezen en een grote groep Palestijnse vluchtelingen: maar liefst 540.000 Palestijnen wonen er in ballingschap. Velen van hen leven onder erbarmelijke omstandigheden in vluchtelingenkampen. Dit zijn niet de tentenkampen zoals we hen kennen van de vreselijke beelden uit Moria of de Wit-Russische grens, de Palestijnse kampen hebben het uiterlijk van een dichtbevolkte stadswijk. Ook kent Libanon inmiddels een grote groep vluchtelingen die oorspronkelijk uit Syrië komt. Tijdens de oorlog in Syrië vluchtten zo’n 884.000 Syriërs naar Libanon waar ze nu verblijven in kampen die door de UNHCR, de VN-vluchtelingenorganisatie, zijn opgezet.
Een rood kruis
WingWoman Lebanon is een non-gouvernementele organisatie (ngo) die herbruikbaar maandverband maakt. Waar Wingwoman nu staat, heeft meerdere oorzaken. De Engelse Melie Pamberton vroeg een groep vrouwen in Beirut, waar ze woont, of ze mee wilden werken aan een project vanwege het klimaat. In wegwerpmaandverband zitten veel chemicaliën en door hergebruik verminder je de afvalproductie. Pas toen duidelijk werd dat er ook geld bespaard kon worden, deden de vrouwen mee. Menstruatie-armoede is ook in Libanon een groot probleem. Voor Melie was het ook belangrijk dat het project vrouwen zou ondersteunen.
Ze hebben ook handtassen gemaakt voor een Engels bedrijf maar ze wilden liever iets maken dat echt nodig is. Wat ook hielp in de keuze is de publiciteit. Met maandverband krijgen ze meer aandacht dan met het fabriceren van handtassen of kussenslopen.
Bij WingWoman Lebanon werken Syrische en Palestijnse vluchtelingen, met name vanuit Beirut. Na de Beirutexplosie – waarbij maar liefst 220 doden en 6.500 gewonden, zo’n 300.000 mensen raakten dakloos – haalde Melie 55.000 pond op bij vrienden in Engeland. Geld dat vooral via koffers en handbagage in Beirut terechtkwam. Noodgedwongen, want het banksysteem in Libanon is onbetrouwbaar. De valuta gleed in juni 2019 van 1.500 Libanese Lira voor een Amerikaanse Dollar naar een straatkoers van rond de 15.000. Het is sinds die tijd nog maar de vraag wanneer je bij het geld op je rekening kunt.
WingWoman begon met twee Syrische vrouwen, nu werken er zeven. In augustus 2021 naaiden de vrouwen 5.000 pads, die later gratis werden uitgedeeld op het festival ‘Days for Girls’, over menstruatie-armoede. Het festival stond in het teken van gezondheid voor vrouwen en vond plaats in verschillende steden in Libanon. Bij binnenkomst liepen de bezoekers onder slingers door van onderbroeken met rode kruizen. De boodschap: het is prima om over menstruatie te praten. Menstruatie is in Libanon nog een groot taboe, waar weinig over wordt gesproken. Op het festival sprak Melie met vrouwen die bij hun eerste menstruatie dachten dat ze dood gingen.
Naast het verspreiden van herbruikbaar maandverband, organiseert WingWoman inmiddels ook naailessen en Engels les, om zo de vrouwen van Libanon meer zeggingskracht te geven. Vrouwen kunnen het maandverband verkopen of verspreiden in hun eigen gemeenschap.
Oprichter Melie is zich bewust van de koloniale trekken van haar hulp – ze is wit, Engels, hoog opgeleid en heeft de touwtjes in handen –, maar het streven is dat de vrouwen in Libanon zelf het heft in handen zullen nemen. Tot het zover is, betaalt WingWoman de huur en elektriciteit en zorgt Melie voor verkooppunten in Engeland. Alle winst gaat naar de vrouwen.
Help de Libanese vrouwen, volg ze op Instagram.
LHBTQI in Beirut
In 2018 richtte (o.a.) Tarek Zeidan in Libanon de ngo Helem op; een gemeenschap van LHBTQI-mensen in de Arabische regio. Door het jaar heen helpt Helem zo’n 1.200 gezinnen en 3.500 vluchtelingen en krijgen zo’n 500 personen psychische ondersteuning. In Beirut is homoseksualiteit bij wet verboden. Regelmatig worden er LHBTQI-mensen gearresteerd. Helem schiet dan te hulp met pro bono juridische hulp. Na de explosie zette Helem zich in door voor onderdak te zorgen voor mensen uit de community. Soms door hen simpelweg geld te geven om de huur te kunnen betalen, maar ook door het herbouwen van beschadigde woningen.
Helem weet wie in hun gemeenschap geen toegang heeft tot gezondheidszorg, onderwijs of voedsel. In Libanon is geen sociaal vangnet zoals wij dat kennen. Organisaties als Helem nemen die rol op zich. Ze helpen mensen direct. Daar staan ze ook om bekend waardoor LHBTQI-mensen ze weten te vinden. De hoeveelheid mensen dat hulp nodig heeft is gegroeid door de pandemie. Ze weten ook wie er in het gebied woonden dat was getroffen door de explosie.
Na de explosie ontving Helem zo’n 45.000 dollar. Zeidan noemt het ‘diaspora geld’. Geld afkomstig van Libanezen die in het buitenland wonen. Het was lang onduidelijk wanneer Tarek bij het geld op de bankrekening kon. “Banken rekenen ook flinke provisie waardoor microkredieten gewoon niet zinvol zijn”, legt hij desgevraagd uit. Daarom vroeg hij na de explosie mensen om het geld zelf langs te komen brengen.
Door covid was een gemeenschappelijk onderkomen niet mogelijk. In Libanon was een maandenlange strenge lockdown. Samenkomsten waren verboden. Mensen mochten alleen met vooraf toestemming hun huis uit om boodschappen te doen. Daarom besloot Helem 200 dollar aan zoveel mogelijk mensen uit de gemeenschap te geven zodat mensen het naar eigen inzicht konden uitgeven.
De meeste LHBTQI-ers die in het gebied dat is getroffen door de explosie woonden, huurden een appartement. Huiseigenaren wilden contant geld van hun huurders om de huizen te kunnen herstellen, zonder dat de huurders de garantie kregen dat ze zouden kunnen terugkeren naar hun woning. Een niet werkzame situatie.
Bovendien was het voor sekswerkers, trans vrouwen, vluchtelingen en ongedocumenteerden extra moeilijk om terug te keren naar hun woningen. Politie en leger hadden de straten inmiddels overgenomen, waardoor het voor hen simpelweg niet veilig was om terug te keren. Helem besloot daarop om geld voor de huur aan mensen uit de gemeenschap te geven voor tijdelijk onderdak, zodat ze de ruimte zouden hebben om een nieuwe, veilige, verblijfplaats te zoeken. De maanden na de explosie financierde Helem de reconstructie van dertig huizen van mensen uit de gemeenschap.
Het uitblijven van hervormingen en economische verbeteringen zorgen ervoor dat veel mensen die dat kunnen Libanon verlaten. De grootste zorg van Helem-oprichter Zeidan is dat de advocaten, psychologen en maatschappelijk werkers in Libanon ook zullen verlaten. “Als zij vertrekken, wordt het wel heel moeilijk.”
Het einde van de crisis in Libanon is niet in zicht. Hoewel de elektra het steeds meer uren per dag doet, begint daar straks ook de winter. Op dit moment vechten Libanzen, Syrische en Palestijnse vluchtelingen voor alles; en ze zijn er nog niet maar ze blijven er wel.
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.