Open Brief aan Wilma de Rek: Literatuur gaat inderdaad altijd over je verplaatsen in een ander. Probeer het zelf ook eens

Aanvankelijk was Marieke Lucas Rijneveld gevraagd het gedicht The Hill We Climb van Amanda Gorman te vertalen. Na kritiek over diens gebrekkige taalkennis en trok de schrijver zich uiteindelijk terug. In de losgebarsten discussie werd geregeld met een beschuldigende vinger gewezen naar 'activisten' die zich hadden uitgesproken. Zo ook door Wilma de Rek. Schrijver en columnist Johan Fretz reageert in een open brief aan De Rek op haar opiniestuk in De Volkskrant.

gorman.jpg

Beste Wilma,

Met stijgende verbazing las ik afgelopen week jouw opiniestuk in De Volkskrant. Dat een leger opiniemakers na de vertaalrel rond Gorman/Rijneveld vrolijk ongeïnformeerd de grijsgedraaide riedel over ‘cancelculture’ en ‘identitypolitics’ afdraaide, ach: het zijn nu eenmaal altijd de types die activisten ervan betichten teveel Amerikaans jargon te gebruiken, die er zelf de godganse dag mee rondstrooien. Maar van iemand die leiding geeft aan een literatuurkatern van een grote, landelijke krant mag iets meer worden verwacht: in elk geval een open blik voor kritische geesten. En het vermogen tot begrijpend lezen. Blijkbaar, Wilma, is zelfs dat voor jou teveel gevraagd.

Misschien zou dit mij niet moeten verbazen, aangezien je in jouw boekenbijlage met droge ogen liet publiceren dat auteur Mano Bouzamour, wiens wonderschone debuut reikte van Berlijn en Bogota, alleen maar werd uitgegeven omdat hij ‘een migrantenkind is’. Of omdat je uitgerekend Elma Drayer, die in haar columns voortdurend antiracisme-activisten naar beneden trapt, ‘objectief’ een verhalenbundel over antiracisme laat recenseren. Of omdat in jullie voorbeschouwing op de Booker Prize de vraag stond: ‘Wie niet weet dat de Booker Prize bedoeld is voor het beste Engelstalige literaire werk van het jaar, zou kunnen denken dat diversificatie en het presenteren van nieuwe stemmen het doel was’, alsof het doodgewoon is dat de nominatie van een niet-witte auteur voor een literaire prijs twijfel oproept over de kwaliteit van diens werk. Nee, het zou me niet moeten verbazen en het verbaast me dan ook helemaal niet.

Vooral omdat jij, naast bovengenoemde voorbeelden, onlangs ook hoogstpersoonlijk al lelijk uit de bocht vloog, door in een interview de voormalige Amerikaanse president Barack Obama deze vraag te stellen: ‘Dankzij uw grootmoeder Toot staat bij u in de genen gegrift dat ons gedeelde mens-zijn belangrijker is dan onze verschillen, schrijft u; reden waarom er tijdens uw campagnes voor werd gekozen kleur en afkomst geen nadrukkelijke rol te geven. Hoe kijkt u naar het huidige #BLM-tijdsgewricht, waarin harder op verschillen tussen mensen wordt gehamerd dan op overeenkomsten?’

Het interview vond per email plaats en daarom vroeg je vermoedelijk ook Matthijs van Nieuwkerk als mede-vragensteller, want die is wel bekend met die vorm van interviewen. Ik stel me voor dat Barack Obama gniffelend achter zijn laptop zat bij het zien van die vraag en zei: ‘Michelle, kom eens even. Kijk... Dit vragen ze in Holland.’ Michelle keek naar de vraag op het scherm, rolde met haar ogen, schudde haar hoofd, keek Barack aan, trok een wenkbrauw omhoog en zei droog: ‘Schatje, ik bewonder je geduld met zulke mensen.’

Daarna antwoordde Obama je gelukkig dit: ‘Nou, in de eerste plaats is het idee dat Black Lives Matter zich richt op de verschillen een misvatting van de doelen van deze beweging. Amerikanen van alle rassen verenigen zich om, geconfronteerd met de onrechtvaardigheid en gewelddadigheid door de overheid, te verklaren dat black lives matter, dat zwarte levens ertoe doen, niet meer maar ook niet minder – zodat geen kind in dit land de constante angel van racisme meer zal voelen. Dat is een idee dat niet berust op verdeeldheid maar op eendracht, op gelijkheid.’

Precies, hij zegt het beleefd, maar zijn irritatie over je onwetenheid is evident, al ben jij je daar waarschijnlijk niet eens van bewust. Jij dacht de eerste zwarte president van Amerika te paaien door hem tegenover een urgente antiracismebeweging te plaatsen, die je impliciet wegzet als veroorzaker van ‘de benadrukking van de verschillen tussen mensen.’ Lef kan je in elk geval niet worden ontzegd.

Dan nu over je opiniestuk. Waar moet ik beginnen? Bij het begin misschien. Je schrijft: ‘Mensen met een normaal leven zal de commotie rond Marieke Lucas Rijneveld (u weet wel, die leuke jonge dichter/schrijver die de International Booker Prize won met haar in het Engels vertaalde roman De avond is ongemak) wellicht aanvankelijk zijn ontgaan.’ Een heerlijke ons-kent-ons opmerking die connectie moet maken met de lezer, aan wie het ook allemaal voorbij is gegaan, maar die er desondanks een mening over heeft, toevallig ook jouw mening, namelijk dat de kritiek onzinnig is. Slimme opener.

Vervolgens schrijf je dit: ‘Misschien zullen ze bij het horen van dat nieuws even hebben geglimlacht, omdat ze zich herinnerden dat Marieke Lucas Rijneveld na het winnen van de International Booker Prize in een interview met de Volkskrant zei dat haar Engels vrij matig is - ze grapte dat ze zich een beetje de Louis van Gaal van de Nederlandse letteren voelde - en dat ze zo blij was met haar vertaalster Michele Hutchison. Kan iemand die het Engels niet tot in de puntjes beheerst The Hill We Climb vertalen? Ach jawel, het is geen heel ingewikkeld gedicht en Rijneveld zal bovendien het nummer van Michele Hutchison nog wel in haar telefoon hebben.’ Ah ja, ok. Dat gedicht van dat leuke dichtertje stelt niet zoveel voor. Dat kan Rijneveld ook wel aan een ander overlaten voor ze ermee aan de slag gaat. Ik denk dat ik binnenkort maar eens de volledige werken van Dostojevski ga vertalen. Ik spreek geen woord Russisch, ik ben, zeg maar, ‘De Halbe Zijlstra van de Nederlandse Letteren’, maar dat maakt niets uit. Voor het vertalen bel ik dan wel gewoon eerst een echte vertaler, die het harde werk mag doen en dan kan ik daarna met de woordjes gaan knutselen en met de eer strijken. Naast dat het nogal beledigend is voor het vak van de vertaler, geef je hiermee toe dat je de kern van de kritiek hebt gemist, die niet over huidskleur ging, maar over kwaliteit en kwalificaties. Maar daar komen we zo op. Dat ook het goed kunnen lezen van een tekst in je eigen taal al een hele opgave kan zijn, ontdekken we namelijk vrij snel...

Je beschrijft hoe Rijneveld de opdracht teruggaf na de ophef. En dan: ‘Er is wel vaker sprake van commotie die mensen met een normaal leven ontgaat. Commotie die zich afspeelt in een wereld die voornamelijk uit schermpjes bestaat, waarachter een klein groepje kwaaiige types elkaar zit op te stoken. Het gaat mis als de echte wereld de schermpjeswereld groot maakt. Dat gebeurt vaak, zo ook vrijdag, toen mode-activiste Janice Deul van de opinieredactie van deze krant een hele pagina kreeg om uit te leggen waarom Marieke Lucas Rijneveld het werk van Amanda Gorman niet mag vertalen.’ Zoveel dedain in een alinea: een wereld die bestaat uit schermpjes. Ja, het is 2021, onze wereld bestaat ook uit schermpjes en via die schermpjes spreken mensen, die normaal geen enkel podium hadden, zich tegenwoordig ook uit. We hebben niet allemaal een podium in de krant, Wilma.

‘Een klein groepje kwaaiige types’ schrijf je. Kwaaiige. Och, ze waren boos, hoe durven ze? Kwaad zijn, dat mag jij alleen, in je passief, agressieve reactie. Je benadrukt ook dat het om een klein groepje gaat. In jouw wereldbeeld betekent het feit dat de kritiek vanuit een kleine groep kwam kennelijk dat die per definitie geen aandacht en podium verdient. Ik hoef je dit hopelijk niet uit te leggen, maar ik vrees dat ik het je toch moet uitleggen: al komt kritiek maar vanuit één iemand die tegen de stroom in gaat, die erom wordt bespot, aangevallen, bedreigd, buitengesloten: dat wil nog niet zeggen dat de kritiek geen hout snijdt. Juist iemand die zich elke dag buigt over literatuur zou dat moeten weten, want juist in de literatuur geldt: het hoeft maar één stem te zijn, niet zelden een gemarginaliseerde stem, die woord geeft aan zijn/haar eigen autonome, oorspronkelijke, kritische geest, die ons overrompelt en onze blik op de wereld voorgoed verandert. Ik begrijp uit je stuk dat jij pas naar kritiek wilt luisteren, wanneer iedereen het er al mee eens is en dat blijkt ook wel, want zelf schrijf je in je stuk ook precies op wat de meerderheid al vindt. Saai en voorspelbaar.

En dan je sneer over het feit dat Janice Deul ruimte kreeg op de opiniepagina van de Volkskrant. Wat ging er door je heen toen je dat zag? “WAT!? Geeft mijn krant dat kwaaiige, zwarte vrouwtje achter dat schermpje nu gewoon een hele pagina?! In mijn nette krant?!” Een krant voor mensen ‘met een normaal leven’, die het liefst praten over leuke dichtertjes en leuke schrijvertjes, terwijl ze nog even een glas Chablis inschenken en tegen hun partner zeggen: ‘Het zijn die verdomde ai-den-tu- tie-po-llu-tiks!’. Het valt niet mee hè, deze tijd, waarin mensen van kleur niet meer dociel in een hoekje gaan zitten wachten op een aai over hun bol en al dat goedbedoelde grachtengordel paternalisme van de literaire poortwachters?

Je hebt het artikel van Deul duidelijk ook niet gelezen, want je zegt: ‘Wat tot dan geneuzel in de marge van de social media was, werd ineens een serieuze vraag: kan een non-binair iemand met een lichte huidskleur een gedicht vertalen van een binair iemand met een donkere huidskleur?’ Dat is een valse verdraaiing van een passage van Deul, die rept over ervaringsdeskundigheid in specifieke relatie tot Gormans werk. Als je anderen geneuzel verwijt, zou ik zelf wat zorgvuldiger zijn met citeren. Je hebt de kern van de kritiek duidelijk niet begrepen. Het heeft duidelijk geen zin het je uit te leggen, er zijn al vele stukken over geschreven, die je had kunnen lezen, of je had naar Ebissé Rouw kunnen luisteren in Met het Oog op Morgen, maar dat deed je allemaal niet en daarom vat ik de kritiek toch nog even samen: het gaat er niet om dat een witte vertaler nooit een zwarte auteur kan vertalen. Dat zegt niemand. Anders had je wel elke week ophef gezien over de vertalingen van romans van Zadie Smith of Marlon James. Daar hoor je niemand over, ook activisten niet. Wat steekt is dat Amanda Gorman in haar werk zo nadrukkelijk schrijft over de zwarte, politieke strijd in Amerika en daar ook voortdurend aan refereert. Dan helpt kennis over de literaire geschiedenis van haar taal. Haar werk is bovendien geworteld in de traditie van Spoken Word. Zeg maar: veel Gil Scott-Heron (zoek maar even op) en heel weinig Gerrit Komrij. Nu zijn er zo tien, twintig Nederlandse dichters die zich al jaren uitgebreid in dit specifieke veld hebben verdiept, die jarenlange ervaring hebben in dit genre van poëzie, die bovendien vloeiend Engels en Nederlands spreken. En ja: dat zijn zwarte kandidaten. En dan valt het wel op dat zij niet eens gepolst worden. Maar het grieven daarover is niet de kern van de ophef. Er zijn veel mensen die in het huidige debat over diversiteit, racisme en representatie graag verzuchten: ‘Hou toch op! Het moet niet gaan om kleur, maar om kwaliteit’. Maar nu hier onmiskenbaar kandidaten zijn die beter gekwalificeerd zijn (wat betreft kennis, ervaringsdeskundigheid en vaardigheden), worden ze alsnog gepasseerd, voor iemand die zich vrolijk de Louis van Gaal van de letteren noemt en die in jouw optiek evengoed het werk kan overlaten aan een echte vertaler. Vervolgens richt je je pijlen lui op de mensen die dat bekritiseren.

‘Als Amanda Gorman was gevraagd het werk van Marieke Lucas Rijneveld te vertalen en iemand had geroepen dat zij daar niet toe in staat was omdat ze zwart is, zou de wereld te klein zijn. En terecht. Wie mensen reduceert tot lid van een groep op basis van hun huidskleur of gender, doet aan racisme en discriminatie.’ Dit stukje reverse racisme-geroep naar de mensen toe, plaatsen wij maar vrolijk in dezelfde categorie als je vraag aan Barack Obama. Of wil je graag praten over al die witte mensen die dagelijks worden ondergeadviseerd op de basisschool, die 40% minder kans hebben om te worden uitgenodigd voor sollicitatiegesprekken, worden afgewezen op de woningmarkt vanwege hun achternaam of door de Belastingdienst etnisch worden geprofileerd? Ik denk het niet.

Je sluit hiermee af: ‘Mensen zijn ingewikkelde wezens, allemaal met een iets andere kleur, sekse en geaardheid. Die kleur, sekse en geaardheid maken deel uit van hun identiteit, maar zijn er niet bepalend voor.’ Klopt, maar het ging dus om kwaliteit. ‘Eeuwenlang werden ze wél bepalend gevonden, met gruwelijke gevolgen als slavernij, vrouwenmishandeling, onderdrukking van homo’s, noem de hele riedel maar op. Dat daarover fel wordt gedebatteerd, is volkomen terecht.’ Ik heb nieuws voor je, Wilma, ze zijn helaas nog steeds te vaak bepalend. Op de arbeidsmarkt dus, in het onderwijs, in de dagelijkse realiteit van teveel mensen. Er zijn politieke partijen die op onderdrukking, racisme, tribalisme en ontmenselijking hun bewegingen bouwen en ze hebben in het westen, ook in Nederland, miljoenen aanhangers. Voor veel mensen zijn die ‘gruwelijke gevolgen’ een dagelijkse realiteit, geen echo uit het verleden, maar ik kan me voorstellen dat dit voor jou nogal een ver-van-je-bed-show is en je lijkt ook weinig interesse te hebben je in degenen te verplaatsen, voor wie het wel dichtbij staat. Je zult in debatten in de Rode Hoed vast correcte dingen zeggen als ‘De literatuur moet ook meerstemmiger worden’, maar wanneer de onzichtbare stemmen zich luid en duidelijk laten horen, en hun plek opeisen, stop je je vingers in je oren.

Vervolgens citeer je Gorman ‘We close the divide because we know, to put our future first, we must first put our differences aside’. Gorman zelf benadrukt telkens, in haar werk en in interviews, dat om de kloof te dichten eerst de onverzoenlijkheid ook onverbloemd benoemd moet worden. Zij zou haar eigen woorden nooit inzetten om de critici en activisten de mond te snoeren en dat jij dit wel doet, is veelzeggend.

Je sluit af met: ‘Literatuur gaat altijd over je verplaatsen in een ander. Het is er de kern van.’ Klopt, ik zou zeggen: probeer het zelf ook eens, je verplaatsen in een ander. ‘Alle schrijvers mogen over alle onderwerpen schrijven.’ Aha. Na All Lives Matter hebben we dankzij jou nu ook: All Writers Matter. Dankjewel. En voor de duidelijkheid: dit betwist dus helemaal niemand. ‘En de producten van hun verbeeldingskracht mogen door alle vertalers worden omgezet in een andere taal. Wie daaraan tornt, is gevaarlijk bezig.’ Klopt, ook dat betwist niemand, maar jij wilt dat niet horen. Je verdraait de feitelijke kritiek, maakt er een kwaadaardige karikatuur van, die je vervolgens inzet voor een betoog waarin je dus reageert op iets dat niemand heeft beweert. Ik zei het al: lef kan je niet worden ontzegd.

Maar troost je in elk geval hiermee: het overgrote deel van je lezers zal het met je eens zijn. Mensen met ‘een normaal leven’, zoals jij ze noemt. Het moet vast een hele geruststelling zijn dat je feitelijk onjuiste, badinerende, extreem geprivilegieerde, naar beneden trappende stuk ook nog eens volkomen conformistisch is. Een conformisme dat, pijnlijk genoeg, ook binnen de literaire wereld zelf gretig wordt omarmd, onder het mom van rebellie. Maar ik koester het feit dat er een nieuwe generatie is opgestaan die zich niet langer de mond laat snoeren en luid en duidelijk spreekt in de ware geest van Gorman: We've learned that quiet isn't always peace, and the norms and notions of what just is, isn’t always justice.

Met vriendelijke groet,

Johan Fretz 

Noot van de redactie:

Inmiddels heeft Marieke Lucas Rijneveld zelf ook gereageerd op alle ophef met een gedicht. Dat gedicht lees je hier.

Genoten van dit artikel? Word ‘friend’ van Lilith en support onze journalistieke en feministische platform.
Enjoyed this article? Become our
friend and support us.

Illustration: Diane

OpinieJohan Fretz