Waarom hebben we het eigenlijk niet over etniciteit binnen de coronadiscussie?
Ondanks het feit dat het einde van de coronacrisis in zicht lijkt komen, wordt de publieke discussie over het covid-beleid alleen maar heftiger. Momenteel richt onze kritische aandacht zich vooral op de veel te trage voortgang van het prikken. Maar is er niet veel meer gaande om je kwaad over te maken? Aspecten van ons beleid of deze pandemie die nu onderbelicht blijven? Jazeker. Het feit dat eind vorig jaar uit onderzoek van CBS bleek dat Covid-19 een voorkeur lijkt te hebben voor Nederlanders met een migratieachtergrond, bijvoorbeeld. Schrijver Jeroen Stekelenburg vraagt zich hardop af waarom we het niet over Nederlanders met een niet-westerse achtergrond hebben, die overduidelijk binnen het rijtje kwetsbare groepen vallen.
Een crisis is natuurlijk nooit leuk. Althans, misschien op een bepaalde manier wel als je Mark Rutte heet. Maar dat is een ander verhaal. Een crisis brengt veel leed, maar ook neveneffecten zoals een enorm maatschappelijk engagement, met zich mee. Als deze coronacrisis iets weer heeft aangetoond, dan is het dat Nederland een discussieland is. Nu wordt het ons ook wel makkelijk gemaakt met bijvoorbeeld een Hugo de Jonge die ons telkens lokwortels voorhoudt met mitsjes achter de komma. Dan vraag je erom. Of onbegrijpelijke vaccindeals tussen de EU en de UK. Ook zoiets. Inmiddels willen we bijna allemaal wel een prik, maar lijken we nog wel even te moeten wachten terwijl die zomer steeds dichterbij komt. Naast de sociale oproer zie je gelukkig ook het cliché ‘onder druk wordt alles vloeibaar’ in werking: onderzoek wordt ge-turbocharged en waar sommige dingen normaliter 10 jaar duren (vaccin ontwikkelen), gaat dat nu toch wat sneller allemaal. En we zijn door medisch onderzoek in Coronatijd al veel te weten gekomen. Hoe verloopt een ‘nieuwe’ ziekte zoals Covid-19? Hoe wordt het virus overgedragen? Over dit soort vragen hebben we inmiddels waardevolle informatie verzameld. En we hebben de kwetsbaren – de ouderen en personen met onderliggend lijden – tijdens deze pandemie ook via medisch onderzoek geïdentificeerd. Or have we?
Het is misschien toch minder klip en klaar, omdat etniciteit een onderbelichte rol speelt in het Nederlandse onderzoek naar Covid-19. Als je het hebt over kwetsbare groepen in de context van ziekte, dan zie je dat mensen met een niet-westerse achtergrond over het algemeen zwaarder worden getroffen dan mensen met een westerse achtergrond. Een bekend voorbeeld hiervan is diabetes: bij mensen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst komt diabetes twee tot drie keer vaker voor dan bij autochtone Nederlanders. Ook Covid-19 lijkt te discrimineren. Uit onderzoek door de Britse overheid blijkt dat je als zwarte man een driemaal grotere kans loopt dan een witte man om te sterven aan dit helaas alomtegenwoordige virus. In Nederland lijkt deze vlieger ook op te gaan: in het begin van de pandemie was er sprake van relatief hogere oversterfte bij mensen met een niet-westerse achtergrond, ten opzichte van mensen met een westerse achtergrond. Daarnaast zijn er meer anekdotische aanwijzingen dat het virus sneller en harder om zich heen grijpt bij bepaalde bevolkingsgroepen. Zo had het hoofd van de IC-afdeling van het Amsterdamse VUmc ‘de indruk dat het merendeel van de coronapatiënten op de IC's een migratieachtergrond heeft’ en voegde hieraan toe ‘dat hij er met een aantal andere ziekenhuizen in de vier grote steden over heeft gesproken en dat zijn waarneming daar wordt gedeeld.’
We moeten we op dit moment dus genoegen nemen met op z’n best indirect bewijs en anekdotische aanwijzingen. In Nederland wordt etniciteit simpelweg niet vastgelegd bij onderzoek naar Covid-19. De reden hiervoor is minder helder. In ons land ligt het registreren van etnische gegevens ‘gevoelig’ en er worden ontwijkende verklaringen gegeven. Bijvoorbeeld door het RIVM dat aangeeft dat het ‘geen standpunt heeft over de registratie van etniciteit bij een positieve coronatestuitslag.’ Daarnaast wordt er door gezondheidsinstellingen geschermd met een vermeende inbreuk op de privacy. Ook dit is echter geen valide argument. Gezondheidsjurist Corrette Ploem en haar collega Jeanine Suurmond schreven: ‘Het registreren van etniciteit is wel degelijk mogelijk als dat noodzakelijk is voor de behandeling. Nog belangrijker is dat die gegevens onder bepaalde voorwaarden ook speciaal voor onderzoek mogen worden verzameld en gebruikt.’
Zoals gezegd is het duidelijk dat er een belangrijk geluid mist in de Nederlandse coronakakofonie. Namelijk dat van de Nederlanders met een niet-westerse achtergrond als groep. Deze groep past door vooringenomen onderzoekskeuzes op dit moment onmogelijk in het grid van de medische strategie, terwijl deze groep hoogstwaarschijnlijk ook het predicaat ‘kwetsbaar’ verdient. Dus laat er ondanks de op z’n zachtst gezegd terughoudende attitude van de instanties en instellingen die gaan over volksgezondheid geen twijfel over bestaan: de blindheid voor etniciteit in relatie tot Covid-19 is problematisch en onnodig. Het is een probleem dat onze overheid haar ‘corona-aanpak’ niet kan toespitsen op een naar alle waarschijnlijkheid grote kwetsbare groep Nederlanders. En daar moeten we het over hebben.
Beeld: Freepik