Leven in een sociaal systeem dat verkrachting mogelijk maakt

Foto: Istock

Het begon met een gerucht. Een hardnekkig gerucht, dat wel. Het gebeurt met naalden, zeiden ze. Let op elkaar, een hand op je drankje is niet genoeg. Daarna werden de geruchten specifieker. Een man die achter de schermen werkte bij die ene club in Noord zou zich er schuldig aan maken. Mensen kenden via via iemand die het was overkomen. Ik merkte dat ik het verhaal ontving zoals zo veel verhalen die erop lijken: het kwam wel binnen, maar niet echt. Je slaat het op, ergens in je achterhoofd, en gaat weer door. 

Veel is er op dat moment begin 2022 nog niet bekend, maar wat de politie wel weet is dat drogeren meestal gevolgd wordt door een ander delict, vaak een zedendelict. Het bekendste voorbeeld hiervan is Bill Cosby, die beschuldigd werd van het drogeren en verkrachten van meer dan zestig vrouwen. De term needle spiking komt pas later. NOS Stories brengt half mei een explainer uit: “GEPRIKT met een NAALD? De waarheid over drogeren.” Needle spiking, waarbij mensen ongemerkt gedrogeerd worden met injectienaalden, is overgewaaid uit Engeland, wordt er verteld, waar ze al langer het fenomeen probeerden te duiden. In de weken daarna komen er vanuit het hele land verhalen naar boven van gevallen van needle spiking. Ze worden uitgebreid besproken in talkshows, kranten en online media.

Mensen zijn bang. De angst gaat volgens mij niet alleen om het prikken zelf, maar om datgene wat er na zou gebeuren. Ik kan mij niet herinneren dat dit hardop werd gezegd, in al die talkshows, krantenartikels en nieuwsberichten. De reden waarom je moest uitkijken om geprikt te worden. De reden waarom je geprikt zou worden: omdat iemand je wil aanranden of verkrachten. Ook in de Kamerbrief die minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) verstuurde naar de Tweede Kamer naar aanleiding van de media-aandacht wordt er met geen woord over gerept.

Het idee van een verkrachter

De angst om verkracht of aangerand te worden is ergens op gegrond. In 2022 werd 13 procent van de bevolking van 16 jaar en ouder (ruim 1,8 miljoen personen) slachtoffer van een of meer vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Van de 16-plussers gaf negen procent aan in de afgelopen vijf jaar slachtoffer te zijn geweest van fysiek seksueel geweld, waarbij jonge vrouwen (16-24 jaar) het meeste risico lopen. De daders zijn vaak mannen. 79 procent van de slachtoffers werd slachtoffer door een man (of meerdere mannen), 15 procent door een vrouw (of meerdere vrouwen).

De kans dat je verkracht of aangerand wordt door iemand die je kent is zeven keer groter dan de kans dat je verkracht of aangerand wordt door een vreemde. Toch zijn de meeste van deze overlevingsmechanismen gericht op het voorkomen van het verkracht worden op weg naar huis, door die man die langs het onverlichte fietspad ligt te wachten op een onschuldige voorbijganger. 

Uit een onderzoek van NRC van vorig jaar blijkt dat de meeste daders van zedenmisdrijven nooit veroordeeld worden. In 2021 registreerde de politie een recordaantal van 2.168 verkrachtingen en 2.144 aanrandingen. In hetzelfde jaar zijn 195 daders veroordeeld voor verkrachting en 234 voor aanranding.  “Als we verkrachters zo verachten, waarom worden ze dan zo zelden ter verantwoording geroepen?” vraagt Amerikaanse schrijver Jaclyn Friedman van het boek Yes Means Yes: Visions of Sexual Power and a World Without Rape (2008) zich af in een interview met Time Magazine. Om er zelf ook meteen een antwoord op te geven: “Wat we echt verachten is het idee van een verkrachter. Een verschrikkelijk monster dat in de bosjes op de loer ligt, wachtend op een onschuldig meisje om te bespringen als zij voorbij loopt. Maar daadwerkelijke verkrachters, mannen die gewoonlijk bekend zijn bij (en vaak ook nog geliefd door) hun slachtoffers? Mannen die soms onze sporthelden zijn, onze politieke leiders, onze maatjes, vriendjes en vaders? Bewijsmateriaal laat zien dat we die lang niet zo verachten als we zouden moeten.”

De verkrachtingsmythe

Friedman omschrijft hier de verkrachtingsmythe. Deze mythe is gebaseerd op het idee dat er zoiets is als een ‘echte verkrachting’: een verkrachter – een vreemde die duidelijk identificeerbaar is als ‘monster’ – valt een ‘goede vrouw’ aan. Zij vecht terug, houdt hier duidelijke fysieke verwondingen aan over, stapt meteen daarna naar de politie en vertelt huilend over de details van haar verkrachting. In verkrachtings- mythes zijn mannen overgeleverd aan hun oncontroleerbare lusten en zijn vrouwen verantwoordelijk voor hun eigen bescherming tegen de driften van deze mannen.

De verkrachtingsmythe zorgt ervoor dat veel mensen die een verkrachting meemaken gaan twijfelen aan hun eigen ervaring. Omdat je als slachtoffer een man bent. Omdat je zelf met de dader mee naar huis ging. Omdat je een kort rokje aan had. Omdat je zijn hand niet weg haalde toen hij hem op je bovenbeen legde in de auto. Als het niet voldoet aan plaatje van een ‘echte verkrachting’, was het dan wel een verkrachting? 

Het zorgt er ook voor dat omstanders een verkrachting moeilijk als waarheid aannemen als het niet aan het bovenstaande beeld voldoet. Het beeld dat we hebben van het monster komt niet overeen met het beeld van de beschuldigde dader, waardoor we wantrouwend worden naar het slachtoffer toe (‘weet je zeker dat je verkracht bent?’) of excuses maken voor het gedrag van de dader (‘maar je was ook wel heel dronken’). Naast het omgaan met de nasleep van een verkrachting, moet het slachtoffer dan ook nog eens aanvaarden dat de ervaring afwijkt van een ‘echte verkrachting’.

Het beeld van omstanders, politie, advocaten, maar ook slachtoffers en daders zelf is gekleurd door deze mythes. Dat vind je in alles terug. In de manier waarop de wet is opgeschreven, de manier waarop slachtoffers benaderd worden wanneer ze naar de politie stappen, de schuld- en schaamtegevoelens bij het slachtoffer die volgens de experts vrijwel altijd de kop opsteken na een verkrachting of aanranding, de manier waarop een arts een zedenset gebruikt voor het vaststellen van een verkrachting of hoe vrouwen, trans mensen of non-binaire mensen er keer op keer eraan worden herinnerd dat ze een persoonlijke verantwoordelijkheid hebben om zichzelf veilig te houden. 

Er is geen enkele andere misdaad die met een ingebouwd alibi komt, dat de dader onmiddellijk vrijpleit en alle verantwoordelijkheid bij het slachtoffer legt. Of zoals Amerikaanse journalist Jia Tolentino het verwoordde in een essay over seksueel geweld in haar boek Trick Mirror (2019): “Het best case scenario voor een slachtoffer van verkrachting wat betreft berechting is het worst case scenario als het aankomt op de ervaring: om mensen te laten geloven dat je gerechtigheid verdient, moet je vernietigd worden.” 

Angstverhalen

In december 2022 analyseerde NRC de mediahype rondom needle spiking. Het duurde niet lang voordat er gaten in het verhaal werden geprikt. Experts waren kritisch. Het is bijna onmogelijk om betaalbare drugs door een kleine naald te krijgen, dus zouden slachtoffers geprikt moeten zijn door een dikkere naald. Maar dan voel je het direct, ook met een glaasje op. Daarbij zijn er makkelijkere (en goedkopere) manieren om iemand te drogeren. 

Er kon in de vroege zomer van 2022, niet bewezen worden dat het daadwerkelijk had plaatsgevonden, maar er kon ook niet bewezen worden dat het niet had plaatsgevonden. En dus buitelden media-outlets over elkaar heen om dit nieuws naar buiten te brengen. Ze waren daar niet allemaal even voorzichtig in, ondanks het ontbreken van cijfers. De hoeveelheid artikelen, reportages en items in talkshows zorgde voor nog meer morele paniek, concludeerde NRC. Terwijl iedereen zich voorbereidde op het ergste, verliepen de festivalzomer en de introductieweken van de nieuwe studenten vrijwel zonder incidenten. Er werd één persoon opgepakt met een naald op zak tijdens een festival, maar het was niet helemaal duidelijk of het zijn intentie was om daar anderen mee te prikken, of zichzelf. 

Uit een onderzoek van de politie bleek dat de klachten waar veel vrouwen mee naar het bureau waren gegaan ook konden worden veroorzaakt door (overmatig) alcoholgebruik. Van drogeren was geen sprake, meldden zij. Iedereen was opgelucht. Er liepen toch geen serieverkrachters met naalden door het land. Het verhaal liep met een sisser af. Het probleem was slechte journalistiek, niet het needle spiken. Rectificaties werden geplaatst en iedereen kon weer door. 

Monsters of mensen

Dit soort verhalen bestaan al veel langer. Toen ik op de middelbare school zat ging er een verhaal rond over de smileybende, rond 2015 was er het verhaal van de killer clown. Zulke angstverhalen zijn misschien niet waar, maar dienen wel een functie. In het needle spiking verhaal is de morele boodschap dat het uitgaansleven niet veilig is voor vrouwen en dat zij op hun hoede moeten zijn (of thuis moeten blijven). 

Needle spiking past perfect binnen de verkrachtingsmythe en bij het beeld dat we graag hebben van een verkrachter. Slecht tot op het bot, een monster in het donker. Het zou op een vreemde manier een geruststelling zijn, om te geloven dat alle verkrachtingen gepleegd zouden worden door een handjevol in- en inslechte mensen. Omdat het zo’n lekker duidelijk verhaal is. Dan kunnen we verkrachting gaan zien als iets wat verschrikkelijk, maar op te lossen is. We hoeven alleen maar deze monsters te lokaliseren. 

Dat is geruststellender dan het alternatief, namelijk toegeven dat we in een sociaal systeem leven dat verkrachting mogelijk maakt. Dat je niet wordt geboren als verkrachter maar zo wordt gemaakt. Dat sommige serieverkrachters niet ’s nachts de straten afstropen op zoek naar slachtoffers, maar telkens hetzelfde slachtoffer keer op keer verkrachten. Dat verkrachting geen abnormaliteit is. Dat de monsters mensen zijn. 

ArtikelenAnne Dirks