West-Papoea: hardnekkige echo’s uit het verleden

In Papoea zijn de afgelopen twee maanden mensen overal de straat op gegaan, de grootste publieke demonstratie van Papoea’s sinds jaren. Tientallen Papoea’s vonden daarbij de dood, honderden werden gevangengezet. Wat is er aan de hand in dat deel van Indonesië? Op welke wijze speelt ras en gender een rol? En wat heeft Nederland ermee te maken? Nancy Jouwe, dochter van Papoea-leider Nicolaas Jouwe, en zelf sinds begin jaren ‘90 actief rondom Papoea en mensenrechten, reflecteert en vertelt.

Na een maand reizen in Papoea en Java, land ik 14 augustus weer in Nederland, net op tijd om neefje Robinson Jouwe een dag later te zien optreden tijdens de Indië Herdenking. Terwijl Indisch Nederland op een veld in Den Haag staat om de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië te herdenken, gebeurt er op Java iets heel anders.

Mas Agung Wilis/NurPhoto, via Getty Images

Mas Agung Wilis/NurPhoto, via Getty Images

Protestacties in Java en Papoea

Op 15 augustus gaan Papoea studenten en Indonesische allies de straat op in de Javaanse stad Malang om de New York Agreement te herdenken, een diplomatieke overeenkomst tussen Nederland en Indonesië, opgesteld door een Amerikaans diplomaat. Het werd ondertekend op 15 augustus 1962 en gold als een cruciale stap in een proces van gedwongen toetreding van Papoea tot de Republiek Indonesië. Dat proces, door VN-vertegenwoordigers begeleid, kent een pijnlijk slotakkoord op 2 augustus 1969 als de Act of Free Choice plaatsvindt: een volksreferendum in Papoea waarbij 1025 vooraf geselecteerde Papoea’s unaniem (en onder dwang) kiezen voor toetreding tot de Republiek Indonesië.

De protestactie in Malang wordt ingeperkt door de politie, maar er worden wel diverse speeches gehouden. Twee dagen later volgt de Dag van Onafhankelijkheid in Indonesië. Een dag die onnoemelijk belangrijk is voor Indonesiërs: trots viert men de hard bevochten vrijheid van kolonisator Nederland en het feit dat ze (economisch) succesvol zijn. Een democratische staat die bovendien pluriform en multireligieus is en een grote etnische diversiteit kent. Straten worden extra schoongemaakt, en er vinden vieringen en marsen plaats waarvoor men maandenlang heeft geoefend. De rood-witte Indonesische vlag, ontstaan in 1945 als Indonesiërs de blauwe baan van de Nederlandse vlag scheuren, wappert fier in de hele natie, ook in Papoea.

Op Java studeren tienduizenden Papoea studenten. Ze organiseren zich en wonen vaak bij elkaar, ook uit veiligheidsoverwegingen. Zo ook in Surabaya (Oost-Java), waar een huis met Papoea studenten wordt belaagd na geruchten dat de Indonesische vlag dat op dat huis hangt, in de goot zou zijn geraakt/gegooid. Een woedende Indonesische menigte verzamelt zich rond het huis en uit veel verbaal geweld, waarbij de Papoea’s voor apen worden uitgescholden. De studenten zitten vast in hun huis en Indonesiërs die hen willen helpen door eten en drinken te komen brengen, worden in elkaar geslagen en gearresteerd. De studenten zelf krijgen traangasaanvallen van de politie te verduren en worden gearresteerd, onduidelijk is op welke gronden. Als ze vrijgelaten worden, is het moeilijk om in hun huis te verblijven, de traangaslucht hangt er nog.

Veel ervan wordt vastgelegd via mobiele telefoons waarna de vlam overslaat naar Papoea.

Vlak daarna gaan in zo’n 30 steden en dorpen duizenden Papoea’s de straat op, jongeren, ouderen, mannen en vrouwen. Speeches worden gegeven, rallies gehouden, lange optochten. In sommige gevallen ontstaan er rellen en gaan er gebouwen in brand. Het lijkt op een volksopstand. De respons is ongekend. Men is boos, en tot in het diepst van hun ziel geraakt, omdat wederom wordt bevestigd dat Indonesiërs de Papoea’s als inferieur zien, als apen.

Men gaat de straat op om het zelfbeschikkingsrecht van de Papoea’s te benadrukken, maar bijna nog meer om het fundamentele recht om mens te zijn kracht bij te zetten. De Indonesische overheid grijpt hard in en stuurt duizenden extra troepen in Papoea, om de aanwezige grootse militaire en politiemacht bij te staan. President Joko Widodo, die zondag 20 oktober voor zijn tweede termijn is geïnaugureerd, is al vele malen naar Papoea gereisd om zijn goodwill te tonen. Hij greep nu echter hard in en heeft recentelijk als nieuwe defensieminister Prabowo Subianto aangesteld, een enorme tegenslag omdat hij een zeer slechte reputatie heeft op het gebied van mensenrechten.

Koloniale roots

Het eiland Nieuw-Guinea, na Groenland het grootste eiland in de wereld, heeft haar naam te danken aan de Spanjaard Yñigo Ortiz de Retez, die de bewoners vond het lijken op de bewoners van het Afrikaanse Guinea. Het eiland wordt in koloniale tijden in tweeën gesplitst en de belangrijke steden heten voortaan Hollandia en Germania, zodat duidelijk is waar het Europees eigendomsrecht ligt aan beiden zijden. Papoea-New-Guinea, het oostelijke, nu onafhankelijke deel, was ooit een kolonie van Duitsland en Groot-Brittannië.

Vanaf de 19e eeuw stromen Europese missionarissen en zendelingen toe. De Nederlanders kibbelen over wie waar gaat zitten en uiteindelijk wordt in het Nederlandse deel afgesproken dat de Protestantse zending vooral in het noorden zal gaan werken, terwijl de katholieke missie in het zuiden actief wordt. Er vinden allerlei expedities plaats waarbij ontdekt wordt hoe rijk het gebied aan grondstoffen is: goud, koper, olie, het is er allemaal.

Als Indonesië de onafhankelijkheid verklaart op 17 augustus 1945 volgt een bloedige strijd. En na vier jaar koloniale oorlog wordt tijdens de Ronde Tafel Conferentie een soevereiniteitsoverdracht getekend door koningin Juliana in december 1949. Opvallend is dat Nederland star vasthoudt aan Nederlands-Nieuw-Guinea. Er zijn allerlei redenen waarom Nederland dit wil en in de politieke arena botst men ook flink over deze kwestie. Belangrijk voor Nederland is om te laten zien via Nederlands Nieuw-Guinea dat Nederlanders in staat zijn tot een vorm van ‘verlicht kolonialisme’, met ethische normen.

Veel van de Nederlandse bestuursambtenaren zijn antropologen, het is een gebied vol mogelijkheden, ook voor onderzoek. Vanuit een koloniale lens en met het culturele archief in volle werking, worden nog tot in 1959 schedelmetingen uitgevoerd (zie o.a. Fenneke Sysling, De onmeetbare mens: Schedels, ras en wetenschap in Nederlands-Indië (Nijmegen: Vantilt, 2015, 191 pp., isbn 978 90 6004 219 5).

Mijn vader, een dashing young man van 25 en zoon van een Papoea clanhoofd, maakte deel uit van een delegatie van Papoea-vertegenwoordigers bij de Ronde Tafel Conferentie (RTC) in Nederland. Hun rol is bescheiden, zij zijn formeel observers. Hij ontmoet daar mijn Indische moeder, die dan in Den Haag woont en een helpende hand biedt bij de RTC. Feitelijk besta ik dus dankzij die conferentie. Tijdens de RTC wordt besloten dat Nieuw-Guinea bij Nederland blijft. Iets wat de Indonesiërs niet zint. De Nederlanders daarentegen hebben nu een koloniaal project waarbij ze zichzelf kunnen manifesteren. Ze willen het land gebruiken als onderkomen voor Indische mensen zodat deze niet naar Nederland hoeven te komen. Maar ook de economische belangen van het gebied spelen mee, alhoewel de vruchten niet op korte termijn geplukt worden.

Sporen van rasdenken

Het idee dat sommige mensen dichter bij apen staan dan anderen, is een concrete uiting van hardnekkige ideeën over hiërarchische verhoudingen tussen mensen, het rasdenken. Deze ideeën, wetenschappelijk ontwikkeld in Europa in de negentiende eeuw en vertaald in koloniaal beleid, zijn door het Nederlands koloniale gezag geïnstalleerd in het voormalige Nederlands-Indië. In een interview met mijn vader noemt hij een concreet voorbeeld van de werking hiervan.

Als mijn vader tijdens de RTC samen met Marcus Kaisïepo en Johan Ariks in Nederland is, mogen ze op audiëntie bij de minister van Binnenlandse Zaken, Johannes Van Maarseveen, die tevens de leiding heeft over de Nederlandse delegatie tijdens de RTC.

Van Maarseveen vraagt aan de Papoea’s: ‘Wat mij persoonlijk toch een beetje verbaast, en dat wil ik graag van u weten: hoe komt het dat de Papoea’s weigeren zich bij Indonesië aan te sluiten?

Johan Ariks antwoordde :

Excellentie, ik neem aan dat u niet weet over de historische achtergronden en de verhoudingen tussen de Papoea’s en de Indonesiërs. De Indonesiërs beschouwen ons niet als mensen. Ze beschouwen ons als gedierte. Als wij vandaag of morgen bij de Indonesiërs terecht komen, dan kan ik aan uwe excellentie nu alvast verzekeren dat zij meteen zullen beginnen het Papoea volk uit te moorden.

Ariks geeft een voorbeeld van hoe hij in 1918 in Depok bij Batavia met twintig andere Papoea’s studeerde en als slaaf gebruikt werd door medestudenten. Ze moesten schoonmaken en voor hen zorgen. Als ze dat niet deden, zouden ze gedood worden. Toen de directeuren er lucht van kregen riepen ze de Indonesische studenten bijeen die als repliek gaven

(…) Jullie, de Amerikanen en Europeanen hebben deze zwarte mensen als slaven verkocht. Waarom mogen wij hen niet als slaven gebruiken? Die de Hollanders zelf verhandelen, overal in de wereld.

Dit wrange voorval laat zien dat Indonesische studenten de opgedane kennis hadden aangewend voor eigen gebruik. Het laat tevens zien hoe diepgeworteld de geracialiseerde koloniale verhoudingen waren, tot aan Nederlands Nieuw-Guinea toe, waar Molukkers optraden als de handen en voeten van het Nederlandse gezag, als leraar, dominee en politieagent. Helaas zijn in de diaspora in Nederland dit soort koloniale patronen gereproduceerd in onderlinge verhoudingen. Tegelijkertijd zien we nu ook hoe solidair de Molukse gemeenschap is met de Papoeastrijd, een hoopvolle ontwikkeling.

In het huidige Indonesië zijn dit soort ideeën nog steeds dominant. Mensen die als Indisch worden gezien in Indonesië en dus lichter zijn, worden automatisch gezien als knapper en zijn vaak anchors of presentatoren in de media, zowel mannen als vrouwen.

Een donkere Javaan wordt meer gediscrimineerd dan een lichtere. Colorism, kortom, is ook in Indonesië levend en wel. Je struikelt er over de whitening producten in zeepjes, dag- en nachtcrèmes, voor vrouwen maar tegenwoordig ook voor mannen.

Hoe het nu is op Papoea en Java

Veel Papoea studenten zijn vertrokken uit Java en Sulawesi en teruggekeerd naar huis. Veel studenten in Java worden achtervolgd en ondervraagd door veiligheidsdiensten. In de rest van Indonesië, of in ieder geval Java, zie je dat mensen wat meer wakker zijn geworden rondom Papoea.

De Indonesiërs die zich wel uitspreken over Papoea, hebben het vaak niet makkelijk. Zo is de juriste Veronica Koman, die tijdens de demo’s in Papoea dagelijks updates gaf op Twitter, inmiddels gevlucht naar het buitenland, uit angst voor repercussies van de staat.

Op Papoea zelf is de relatieve ‘rust’ wedergekeerd, ook omdat er een grote legermacht, inclusief mannen in burger de boel in de gaten houden. Diverse Papoea’s zijn opgepakt en hen wacht waarschijnlijk wederom een oneerlijk proces.

In Papoea zijn ruim 250 verschillende distincte talen te vinden die helaas snel aan het uitsterven zijn. Het kent een enorme biodiversiteit, inclusief het grootste aaneengesloten virgin rainforest na het Amazonegebied. Er zijn rotstekeningen gevonden die tienduizenden jaren oud moeten zijn. Dit alles inclusief haar bevolking staat onder druk omdat Papoea nog altijd als wingewest wordt gebruikt.

Er zijn ook positieve berichten, zoals een kritische civil society, een goed georganiseerde studentenbeweging, een krachtiger wordende feministische beweging, en een zich sterker ontwikkelende groep binnen media, kunst en journalistiek. Ik heb veel respect voor de vrouwen van Papoea. Zij zijn het die de boel draaiend houden op allerlei manieren, terwijl zij vaak allerlei vormen van geweld moeten ondergaan. Zij zijn de backbone van deze ingewikkelde maatschappij.

Noot van de auteur: wat kun jij doen?
Er zijn allerlei kleine organisaties, vaak opgezet door oud-Nieuw-Guinea gangers of hun (klein)kinderen die kleine acties opzetten of support geven, met name op het gebied van educatie en gezondheid. Organisaties als Hapin - Papoea Support Foundation, die zijn opgezet door een groep Papoea’s en betrokken Nederlanders, geeft nog steeds financiële hulp op allerlei manieren in Papoea.

Papoea’s hebben zich daarnaast georganiseerd, o.a. via Stichting Rajori, Free West Papua Campaign en International Lawyers for West Papua Nederland. Sinds september is er ook het Papoea Young Collective, ontstaan naar aanleiding van een avond in Paradiso, September 2018 over Nicolaas Jouwe en Papoea.

Als je iets wil doen, check dan de genoemde organisaties en kijk of je hen kan steunen. De beste manier om de Papoea’s te ondersteunen is door anderen te laten weten dat wij bestaan, dat we ergens voor staan, en dat we mensen zijn die respect verdienen vanuit een dekoloniale blik.

Bio
Nancy Jouwe (Delft, 1967) is dochter van een Indische moeder en een Papoea vader. Hij is de ontwerper van de Morgenster vlag, de vlag die een vrij Papoea symboliseert.

Jouwe deed haar eerste publieke optreden inclusief korte lezing voor Papoea op 12-jarige leeftijd, samen met een dansgroep met ooms, neven en nichten, in de Jaarbeurs. Later werd zij activist, ook voor Papoea, deed o.a. internationale speaking-tours en lobbyde bij de VN in Genève. Zij initieerde  publicaties en onderzoeken over Papoea en organiseerde diverse events, van mensenrechten tot talentshows (Papua’s Got Talent). In 2012 initieerde zij fotoboek Paradijsvogels in de Polder, om 50 jaar Papoea’s in Nederland te markeren.

Image: Bagus Indahono/EPA

InterviewNancy Jouwe