Waarom journalistiek en vooruitgang hand in hand gaan
Het artikel beluisteren? Dat kan onderaan deze pagina of via Spotify
We leven in tijden van ongekende digitalisering. De combinatie van een tomeloze stroom aan informatie – die we bovendien via allerlei (gratis) digitale kanalen binnen krijgen –, de verspreiding van nepnieuws en de heropleving van extremistische en conservatieve krachten, zorgt ervoor dat de journalistiek zich op een kruispunt bevindt. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. Deze kwesties vragen om een fundamentele andere vorm van media maken en journalistiek bedrijven, die niet alleen om verslaglegging, maar ook om vooruitgang gaat. Hoog tijd, dachten oprichters Clarice Gargard en Hasna El Maroudi, om het nieuwe seizoen in te luiden door te vertellen hoe Lilith daaraan wil bijdragen.
Media worden vaak als vierde macht gecategoriseerd, omdat zij ons beeld van de wereld vormen. Media beslissen welke zaken we wel en niet te zien krijgen; ze hebben de macht om hoe we denken over de wereld – en de mensen erin – te beïnvloeden. Met die grote invloed komt ook een grote verantwoordelijkheid. Om het volledige verhaal te vertellen, scherp te zijn, niet enkel voor de hand liggende invalshoeken te kiezen, en om jezelf te analyseren – over de keuzes die je maakt als journalist.
Lilith ontstond uit de behoefte om een platform te creëren om de problemen van nu vanuit feministisch perspectief te tonen, en stemmen van nu een podium te bieden, omdat we die perspectieven en kritische blik zelf missen in de mainstream. De focus ligt op vrouwen en femmes, maar dat betekent niet dat zij alleen aan het woord worden gelaten en Lilith enkel over ‘vrouwenzaken’ gaat. We werpen een kritische blik naar de huidige samenleving en berichten over politiek, maatschappij, kunst en cultuur en lifestyle.
Dat kan allemaal hand in hand gaan, ondanks dat er vaak gedacht wordt dat politieke engagement niet samen gaat met het liefhebben van lifestyle en kunst en cultuur. We hebben poëzie van huisdichter Babeth en beeldverhalen van illustrator Sara Emami, die beiden zo feilloos in woord en beeld een gevoel weten te omvatten dat zowel cultureel specifiek als universeel is.
Maar ook artikelen over waarom de ‘rellen’ tijdens Black Lives Matter protesten ook als zwart verzet gezien kunnen worden. En wellicht herinner je ons artikel over hoe ook in Nederland de politie door middel van een wetswijziging onnodig extra het hand boven het hoofd wordt gehouden door de overheid. Dat nieuws dat we brachten werd door diverse mainstreammedia overgenomen (niet altijd met bronvermelding), maar aanvankelijk niet zelf door hen opgepikt.
Spins en Frames
Dat sommige media het nieuws in eerste instantie niet herkenden als zodanig, is niet onlogisch gezien ook journalisten overspoeld worden met informatie door onder andere politieke propaganda-machines. Tegelijkertijd zijn journalisten structureel onderbetaald. Dat maakt het moeilijk om altijd op scherp te staan en scherpe keuzes te maken. En toch mogen we meer verwachten. Juist journalisten zouden voorbij de spins en frames moeten kunnen kijken en zoeken naar het verhaal of het perspectief dat niet verteld wordt. Maar, dat veel media de nieuwswaardigheid van de wetswijziging zelf niet doorhadden, heeft niet alleen te maken met de hoeveelheid aan informatie, of de snelheid waarmee de Tweede en de Eerste Kamer de wet er doorheen wilden jassen, maar ook met de dominante witte blik binnen de journalistiek.
Ondanks de moord op George Floyd in de Verenigde Staten (en de talloze BLM-betogingen) en de schokkende berichtgeving in NRC over racistische agenten dichter bij huis, in Den Haag, ging er geen belletje rinkelen over de mogelijke gevolgen van de ambtsuitbreiding politiegeweld. Wanneer journalisten en media de verantwoordelijkheid niet nemen om zichzelf kritisch te bevragen en het eigen werk – in alle openheid en eerlijkheid – tegen het licht te houden, kan dat grote en desastreuze gevolgen hebben.
Neem nu de zaak rondom de voormalige Amsterdamse gemeenteambtenaar Saadia Ait-Taleb. Zij en collega Said J. zouden de Amsterdamse gemeente voor honderdduizenden euro’s hebben opgelicht. Media schreven dat het op het Stopera ‘vriendjespolitiek troef’ was, dat er sprake was van een ‘Marokkanennetwerk’. De Volkskrant kopte zelfs: ‘Hoe de rechterhand van Van der Laan van de strijd tegen radicalisering een vriendendienst maakte'. Beiden werden door verschillende media door het slijk gehaald. Niet alleen raakten ze hun werk kwijt, het lukte hen ook niet om een nieuwe baan te vinden. Een aantal maanden terug werden beiden door de rechter vrijgesproken. In een introtekst schrijft de Volkskrant nu: 'Bijna drie jaar lang speelde de affaire, die ervoor zorgde dat haar naam publiekelijk werd besmeurd’, alsof de krant daar niet zelf in eerdere publicaties ook aan heeft meegewerkt.
Eerder schreef Hasna al op Lilith dat de journalistiek overduidelijk tekort is geschoten: “Ait-Taleb is mede onder verantwoordelijkheid van media – die berichtgeving klakkeloos van elkaar overpenden, handig gebruikmakend van het racistische 'Marokkanenprobleem'-frame, kapotgemaakt. Het is de hoogste tijd dat die media ook hun verantwoordelijkheid nemen. Dat ze onderzoeken waar zij de fout in zijn gegaan, wat hun rol in het geheel is geweest en welke lessen er getrokken kunnen worden.”
Amerikaanse mediacriticus Noam Chomsky schreef in 1988 al in zijn boek Manufacturing Consent over massamedia, die op systematische wijze functioneren en andere perspectieven, die niet tot de elite en/of dominante groep behoren, uitsluiten. Zo had je in het begin van de negentiende eeuw media die vanuit de arbeidersbeweging opgericht waren, die als bedreiging voor de heersende elite werden gezien.
“The elite domination of those operating with complete integrity and goodwill, are able to convince themselves that they choose and interpret the news "objectively" and on the basis of professional news values. Within the limits of the filter constraints they often are objective; the constraints are so powerful, and are built into the system in such a fundamental way, that alternative bases of news choices are hardly imaginable.”
Indiase schrijver Arundhati Roy refereert in haar boek War Talk daaraan en voegt eraan toe dat kapitalisme en de vrije markt ervoor zorgen dat media en de vrijheid van meningsuiting, wat een publieke dienst zou moeten zijn, exclusief wordt. “In the free market free speech has become a commodity like everything else, justice , human rights, drinking water, clean air. It’s available only to those who can afford it.”
Perspectief
Dat wil niet zeggen dat de complottheorieën over media en journalisten die kwaadaardig zijn kloppen. Kritisch denken is niet roepen dat alles maar fake is, wanneer het niet aanstaat. Maar noties en conventies durven bevragen zonder te denken dat je alle antwoorden al weet. In een democratie zijn media vaak juist goed functionerend, waardoor het minder zichtbaar is dat perspectieven die anders zijn, dissident en niet tot de norm behorend, minder belicht worden. En ook de mensen die bij die perspectieven horen.
Dat merkte co-founder Clarice Gargard al tijdens haar opleiding journalistiek in Zwolle. Niet alleen omdat ze één van de weinige Zwarte studenten was, maar ook omdat haar leerproces verstoord werd door de talloze vooroordelen waar ze continu mee geconfronteerd werd. Zo stond in het Basishandboek Journalistiek dat ‘allochtonen’ niet de beste journalisten maken. En dat hoofdredacteuren ‘graag op zeker’ spelen door journalisten aan te nemen van wie zij denken dat het ‘de beste mensen’ zijn. Dat waren ‘in veruit de meeste gevallen blanke journalisten’. Inmiddels zijn dit soort teksten aangepast, maar lange tijd zijn journalisten in spe, van welke afkomst dan ook, met deze noties opgeleid.
Terwijl, we allemaal worden beïnvloed door waar we vandaan komen, wie onze ouders zijn, de omgeving waarin we opgroeien en het soort relaties dat we hebben. Wie de norm presenteert bepaalt in die zin ook wat de zogenaamde objectiviteit zou betekenen. De hardnekkige mythe van objectiviteit die in journalistieke kringen dwaalt, heeft veel weg van Sinterklaas: iedereen doet alsof ze erin geloven, ook al weten we dat die niet bestaat.
De obsessie met objectiviteit leidt ertoe dat journalisten, als vrouw, te meer vrouwen van kleur en uit andere gemarginaliseerde groepen, dubbel zo hard moeten vechten om erkend te worden voor het werk dat ze doen.
Journalisten zijn – hoewel het ons soms ontgaat – net mensen. Je kunt als journalist c.q. mens simpelweg niet objectief zijn. Wat je in onze optiek wel kunt proberen te zijn is fair. En dat kan alleen als je je bewust bent van je eigen blinde vlekken en transparant over jouw eigen positie.
De drang om objectief te zijn kan verlammen en er juist voor zorgen dat het publiek niet volledig geïnformeerd wordt, omdat er geen context wordt geboden over wat de betekenis van een bericht kan zijn, omdat het wellicht als ‘te activistisch’ kan overkomen.
Verkiezingen VS
Een voorbeeld daarvan is de berichtgeving rond all things Donald Trump, te meer nu in aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
De verkiezingen zijn een spektakel voor de hele wereld, met de strijd tussen het fascisme van Trump en het gematigde liberalisme van Joe Biden. Een van de belangrijkste verkiezingen in moderne Amerikaanse geschiedenis. Maar media gaan er niet altijd even zorgvuldig mee om.
In aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten vond vorige maand de Republikeinse conventie plaats. Gedurende een aantal dagen kwamen Republikeinen samen om de achterban warm te laten lopen voor de verkiezingen. Het verschil in berichtgeving hieromtrent is – op zijn zachtst gezegd – opmerkelijk.
De NOS vond het optreden van First Lady Melania Trump op de tweede dag van de conventie het meest opvallend. De nieuwsdienst kopte: “Presidentsvrouw Melania Trump zorgt voor milde toon op Republikeinse conventie”.
The Guardian, deed dat iets anders, daar kwam de nadruk vooral te liggen op de wijze waarop de Republikeinse partij grensoverschrijdend te werk is gegaan: ‘Republicans shatter norms by using government roles during political convention’.
Beide feiten zijn misschien nieuwswaardig. Het feit dat Melania Trump een gematigde toon aanslaat ten opzichte van haar echtgenoot roept wellicht tal van vragen op. Maar: wanneer je journalistieke taak is om de macht te controleren en verantwoordelijk te houden wanneer die macht een grens overgaat, dan wordt al gauw duidelijk welk van de twee feiten het meest relevant is op dit moment en waardevol voor het publiek.
Sterker nog, toen Trump net aan de macht kwam, werd het gevaar dat hij voor de Amerikaanse samenleving vormt gebagatelliseerd. Terwijl veel journalisten van kleur in traditionele en grassrootsmedia al vanaf het begin waarschuwden voor zijn fascisme - in de Verenigde Staten en tevens ook hier in Nederland. Omdat veel journalisten van kleur in een andere wereld leven dan hun witte collega’s, wordt er ook anders gekeken naar de actualiteit. Je zou je kunnen afvragen hoe machtig Trump zou zijn geworden als media het gevaar van tevoren beter hadden ingeschat en anders over het voetlicht hadden gebracht.
Ondanks dit alles zie je dat er op steeds meer plekken op een constructieve manier verslag wordt gedaan, ook door traditionele media. Bijvoorbeeld door het taalgebruik aan te passen. Talloze media, met name in de Verenigde Staten, waaronder The Washington Post (WP), kiezen er tegenwoordig voor om Black met een hoofdletter B te schrijven wanneer ze schrijven over groepen mensen in de Afrikaanse diaspora, gemotiveerd door de opkomst van Black Lives Matter. Het gaat hierbij om een belangrijke verandering in de stijlgids van deze media, waar iedereen die voor hen schrijft rekening mee dient te houden. Het vergt het doorbreken van ingesleten gewoontes – zoals ook in Nederland de verandering van blank naar wit een actieve houding van journalisten vereiste. Een houding bovendien die de gekleurde bril van met name witte journalisten benadrukte.
Of de BBC die meer vrouwelijke professionals opleidt als deskundigen om in programma’s te verschijnen, onder het mom van ‘zijn ze er niet, dan moet je ervoor zorgen dat ze er komen’. Maar ook de opkomst van progressieve media zoals Novara Media in het Verenigd Koninkrijk en One World in Nederland hebben invloed op de mainstream en het bestaande aanbod. Dat zijn media die vaak niet meer bewegen vanuit wat kunnen we vertellen aan de wereld, maar wat vertelt de wereld en diens gemeenschappen aan ons.
Alleen deze veranderingen mogen niet baten, als er niet zowel bottom up als top down structurele verandering plaatsvindt. Het gaat niet enkel meer om wie en wat je ziet aan de voorkant, maar wie op beslissingsbevoegde posities aan de achterkant zit om voor echte verandering te zorgen. En hoe de aangeleerde cultuur mee verandert om die te faciliteren.
REPRESENTATIE
De journalistiek blijft in crisis. Veel journalistieke organisaties en platforms maken zich zorgen hoe het hoofd boven water te houden. Oplages van kranten daalden de afgelopen jaren onder invloed van internet enorm (en ondanks inspanningen van de bedrijven online) zien we toch dat het gevolg daarvan is dat het uiteindelijke bereik ook fors is afgenomen. Media Monitor zette de cijfers van NOM Print Monitor op een rij, uitgesplitst naar medium. Voor het totaal betekent het dat het bereik van de dagbladen in Nederland is afgenomen van 53,2 procent van de samenleving in 2014 naar 39,2 procent in 2019.
In de transitie van louter papieren naar hybride media hebben uitgeverijen steeds meer macht gekregen, terwijl freelance medewerkers worden onderbetaald. Uit de Monitor Freelancers en Media 2018 bleek dat per opdracht ruim 10 procent minder betaald werd dan vier jaar eerder. Per foto zelfs twintig procent minder. Het verschil in salaris tussen vaste werknemers in de journalistiek en freelance journalisten was bovendien gigantisch: circa 60 duizend euro tegenover 24.300 euro.
Er wordt wel eens gesteld dat er minder interesse is in media omdat ‘het volk’ minder geïnteresseerd is in politiek, maatschappij en wat er om hen heen gebeurt in de wereld. Voor jongere generaties, zoals millennials en Gen Z’s, zou het al helemaal een ver-van-hun-bedshow zijn.
Wij denken dat niets minder waar is en het engagement bij jongere generaties groter is dan ooit. Het vindt zijn weerslag binnen de klimaatbeweging; jongeren organiseren klimaatstakingen en jonge activisten als de inheemse Canadese Autumn Peltier of Oegandese Vanessa Nakate vragen in toenemende mate om aandacht voor de desastreuze gevolgen van de opwarming van de Aarde. Een probleem dat bovendien niet alleen over de toekomst gaat, maar dat nu al vooral in de Global South merkbaar is.
Of denk aan de grote schare TikTok-gebruikers, waaronder vooral Gen Z’s, die massaal kaartjes kochten voor een bijeenkomst van Donald Trump, om er vervolgens niet heen te gaan. De Republikeinse partij verwachtte een miljoen toeschouwers, slechts 6.200 mensen kwamen opdagen. (Overigens kan het schare aantal toeschouwers niet alleen Gen Z’s aangerekend worden. Trump heeft een geschiedenis van grootheidswaanzin. Het was uiteindelijk een combinatie van factoren waardoor zo weinig mensen kwamen opdagen, waar deze jonge TikTokkers wel aan hebben bijgedragen.)
Traditionele media weten niet altijd hun weg te vinden in deze veranderende wereld, omdat velen verder weg staan van het publiek. Ofwel vanwege de samenstelling van redacties, ofwel vanwege die zogenaamde objectiviteit. Media als Teen Vogue en Gal Dem Zine (een Brits blad voor vrouwen en non-binaire mensen van kleur) hebben een kentering gemaakt in hun beleid. Ze schuwen niet weg van gemeenschappen, maar duiken er juist in. En met succes. Teen Vogue koos na de aanstelling van Elaine Welteroth, een Zwarte vrouw, als hoofdredacteur voor een drastisch andere journalistieke koers, met essays over gaslighting en kritische artikelen over Donald Trump. Het digitale bereik van Teen Vogue, dat nu juist bekend staat om zowel de kritische berichten over klimaatverandering als het testen van de nieuwe Fenty Savage-modelijn van Rihanna, groeide in het eerste jaar van Welteroth met 200 procent.
Maar in andere landen bestaan al langer mediaplatforms die onderdeel uitmaken van de globale, progressieve beweging. Platforms als Feminism in India, de Mexicaanse Luchadoras, Egyptische E7kky en Turkse 5Harfliler - waar wij ons ook door laten inspireren.
De samenleving is in beweging. Het is aan de journalistiek om mee te bewegen. Vaak word je dan verweten een activist te zijn (alsof dat het ergste is dat je kan zijn). Maar, je hoeft als journalist niet als activist te identificeren, om activistisch of vooruitstrevend te zijn in tijden van sociale, ecologische en economische crises. We staan als journalisten niet los van de wereld, maar maken er onderdeel van uit. En moeten beseffen dat het publiek (uit alle gelederen van de samenleving) niet alleen iets af komt nemen, maar ook iets brengen dat serieus genomen dient te worden. Bewegingsjournalistiek en een die gegrond is in gemeenschappen, is daarom van essentiële waarde.
We staan met Lilith aan het begin van iets nieuws. We zijn niet perfect. Maar dat zou ook niet het streven moeten zijn, want dan ga je afvinken om aan alles te voldoen wat deze (woke) tijden van je vragen en verzand je ook in symboolpolitiek. Het gaat wel om een intrinsieke motivatie om vooruitgang te stimuleren, het medialandschap te veranderen en een nieuwe generatie te vertegenwoordigen en op te leiden. En, daar maken wij ons nu en in de toekomst graag hard voor.
Noot van de redactie
Lilith steunen in haar missie? Dat kan door een donatie te doen (eenmalig) of door supporter te worden (maandelijkse donatie). Achter de schermen werken we hard aan een community based-model om de continuïteit van Lilith te kunnen waarborgen. Hou hiervoor vooral onze website en sociale media in de gaten!
Art work by Jodi Feddon