De traditie en schoonheid van Amazigh-gezichtstatoeages uitgelegd
Amazigh-vrouwen droegen van oudsher gezichtstatoeages, maar met de opeenvolging van generaties en invloeden van buitenaf is deze traditie aan het verdwijnen. Illustrator Samira Imaankaf stamt af van de Imazighen en geeft de traditie van gezichtstattoos op haar eigen wijze vorm: voor het project Tayawthinou maakte ze illustraties van vrouwen met een Amazigh achtergrond en tekent ze op hun gezichten de tatoeages die kenmerkend zijn voor de oudere generaties. Journalist Mina Etemad sprak Samira over haar project en dook met antropoloog Malika Ouacha dieper in geschiedenis van de Amazigh-tattoo.
De Imazighen is een bevolkingsgroep die in Noord-Afrika woonde voordat de Arabieren daar aankwamen in de zevende eeuw. Ze leven nu verspreid over Marokko, Algerije, Tunesië en andere landen in die regio. Malika Ouacha is antropoloog en promoveert aan de Rotterdam School of Management. Ze deed onderzoek naar gender- en machtsstructuren in de Zuid-Marokkaanse Amazigh context en schrijft momenteel haar proefschrift over crossborder filantropie door MENA-diaspora, vanuit West-Europa naar hun land van origine.
Malika vertelt dat de gezichtstatoeages kenmerkend zijn voor de vrouwen, maar niet leidend: ‘Als je geen tattoo hebt, betekent het niet dat je geen Amazigh bent. Ik heb er zelf bijvoorbeeld geen, maar ik voel mij niet minder Amazigh dan mensen die er wel een hebben. De Imazighen hebben een complexe identiteit. Deze bevolkingsgroep is niet homogeen en heeft zich door de eeuwen heen vaak gemengd met Arabische, Afrikaanse en Europese invloeden. Ze wonen ook niet op één plek, al zijn het vooral de rurale plekken in de MENA waar ze zich bevinden. Ze hebben veelal een tribale cultuur en per stam verschilt wat de normen en waarden zijn, welke gewoontes ze hebben, welke kleding ze dragen, in hoeverre ze religieus zijn… Door onder meer kolonialisme, migratie en andere veranderingen is de groep gemixt geraakt.’
De afgelopen decennia is het aantal vrouwen met tatoeages afgenomen, vooral door de toenemende invloed van de islam in Noord-Afrika; als moslim is het immers over het algemeen verboden om je lichaam te tatoeëren. De vrouwen die nog wel zulke versieringen hebben, zijn meestal wat oudere vrouwen die voor 1970 zijn geboren. Maar dat de tatoeages verdwijnen, moeten we niet per se als iets ergs zien, vindt Malika: ‘Dat is het dynamische van het leven, culturen veranderen continu.’
Oriëntalisme
Malika waarschuwt er ook voor dat we de Imazighen of hun tradities niet moeten verheerlijken en hen daarmee vanuit een oriëntalistische blik benaderen. In het Westen ligt zo’n blik op de loer. ‘Het is makkelijk om een mysterieus component te zien in hoe het volk leeft en in hun traditie van gezichtstatoeages. Maar we moeten er niet alleen vanuit een artistiek oogpunt naar kijken. Ja, de cultuur is fantastisch, maar veel Amazigh stammen hebben het nog steeds heel zwaar in de rurale gebieden: de jaarlijkse kindersterfte is, vergeleken met andere delen in Noord-Afrika, bij de Imazighen het hoogst en 90% van de Amazigh vrouwen is analfabeet. Ik zeg niet dat we hen daarom ontwikkeling moeten gaan brengen, maar als we ze exotiseren helpen we hen er helemaal niet mee.’
In haar proefschrift buigt ze zich over vraagstukken zoals hoe liefdadigheidsprojecten en filantropie door bijvoorbeeld de Marokkaanse diaspora in het Westen naar de MENA-regio in elkaar zit. Ze vergelijkt deze crossborder filantropie met lokale en globale filantropie en kijkt hoe die drie vormen het best vormgegeven zouden moeten worden om gemarginaliseerde volkeren zoals de Imazighen te bereiken. Hierbij is het vermijden van oriëntalisme en post-kolonialisme eveneens belangrijk. Ze pleit ervoor om een uitnodigende houding aan te nemen, met de Imazighen in gesprek te gaan en te vragen waar zij behoefte aan hebben. ‘Kijk en luister naar de mensen die daar wonen. Verheerlijking is niet per se fout, maar daarmee help je ze niet. De werkelijkheid waarin zij leven moeten we nooit uit het oog verliezen.’
Patronen
Zelf heeft Malika tijdens haar veldwerk ook met veel Amazigh vrouwen gesproken in verschillende stammen in Zuid- en Midden-Marokko. Dan ging het wel eens over de tatoeages die ze droegen. Als Malika hen wel eens vroeg wat die betekenden, werd ze vaak met onbegrip aangekeken. ‘Waarom moeten we dit definiëren, vroegen ze zich af. Er wordt in het Westen vaak een diepte achter gezocht die er niet is. Die tatoeages betekenen eigenlijk helemaal niets – deze volkeren vinden ze gewoon mooi.’
Wel zijn de patronen gaandeweg ontstaan omdat vrouwen bijvoorbeeld tapijten weefden en de patronen op hun hand zetten als geheugenondersteuning, vertelt Malika. Naarmate de tijd vorderde werden bepaalde tattoos kenmerkend voor een stam. Vrouwen die op het land werkten schermden hun neus af met een doek tegen het stof. Op hun kin stond dan het patroon van hun stam, zodat buitenstaanders konden zien waar zij toe behoorden. Malika: ‘Ze hadden dus soms praktische en soms creatieve redenen voor die tattoos.’
Mijn kleindochter
Samira stamt zelf af van de Imazighen en onderzoekt met haar project Tawawth inou haar geschiedenis. De titel van haar project betekent ‘mijn kleindochter’ in het Tamazight. Daarmee verwijst Samira naar wat haar geportretteerden van hun voormoeders met zich meedragen; ze tekent gezichtstatoeages op portretten van Amazigh vrouwen uit haar omgeving. De tradities die hun oma’s hebben belichaamd en waar deze nieuwe generatie zich mee verbonden kan voelen, vangt Samira in haar illustraties.
Samira probeert, wanneer ze zo’n illustratie maakt, de oorsprong van de symbolen op de tatoeages uit te zoeken. Ze kwam erachter dat sommige tekens terug te voeren zijn op de natuur, op bijvoorbeeld de zon, maan of slangen. Sommige andere tekens werden bijvoorbeeld getatoeëerd in de periode dat meisjes begonnen met puberen en verwezen indirect naar vruchtbaarheid, wat je af kunt zien aan de verbeelding van zaadjes in de patronen.
Door met haar project bezig te zijn, voelt Samira een sterkere band tussen haarzelf en Amazigh vrouwen uit het verleden. ‘Dat waren hele sterke vrouwen, die ook weleens aan de macht stonden. We hebben vaak het idee dat vrouwen uit die cultuur geen rechten hadden en niets mochten, maar dat was lang niet altijd zo. Kahina bijvoorbeeld was een vrouw uit Algerije die een heel leger leidde in de strijd tegen de moslims van het Omajjaden-kalifaat. Er staat nu nog een standbeeld van haar in Algerije.’
Degenen die Samira uitkiest om te illustreren zijn even inspirerend voor haar; het zijn vrouwen die zich voor haar gevoel uitspreken tegen de status quo. ‘Zij zijn voorbeeldfiguren voor mij die echt staan voor wie ze zijn. Roufaida bijvoorbeeld, zij maakt hele toffe muziek en de podcast GRRRLS. Siham Amghar schrijft hele mooie poëzie en is unapolegetic in alles wat ze doet. Net als journaliste Asma El Galbzouri, die zich telkens uitspreekt tegen onrecht. Al deze vrouwen proberen een verschil te maken in de wereld.’
Door hen te portretteren wil Samira ook het beeld veranderen dat over het algemeen heerst over MENA-vrouwen. ‘We worden vaak geportretteerd alsof we onderdrukt worden door religie en mannen. We zijn of gesluierde vrouwen of ex-moslima’s en daartussenin zit weinig anders. Terwijl we in werkelijkheid zo verschillend zijn.’
Ode aan voorouders
Met Tayawth inou eert ze dus niet alleen vrouwen uit het verleden, maar ook uit het heden. Ze nodigt de geportretteerden uit om een verbinding met hun geschiedenis aan te gaan; Samira kan tattoos op hen tekenen die hun grootmoeders hadden, maar ze mogen ook andere Amazigh tattoos uitkiezen die ze mooi vinden.
Naoual Mayrahkee is een van de geportretteerden: ‘Mijn beide oma’s hadden tattoos, maar mijn moeder en haar zusjes hadden ze niet. Ik vond het altijd zo jammer – zelfs oneerlijk – dat ik ze niet ook mocht hebben. Ik heb heel vaak aan mijn moeder gevraagd of ik er niet net zoals mijn oma’s bij kon lopen.’
Naouals oma’s zijn van twee verschillende generaties: ‘Mijn oma van vaderskant die in de jaren vijftig is opgegroeid, kon urenlang verhalen vertellen over dat de tattoos bijvoorbeeld vruchtbaarheid symboliseerden. Mijn andere oma die twee decennia later opgroeide zei doodleuk dat het gewoon een traditie was, dat haar moeder ze ook had en vergeleek ze met sieraden: dingen om je mooier te maken.’
Voor Samira’s illustratie koos Naoual zonder te twijfelen de tattoo die haar oma van vaderskant op haar kin droeg. ‘Ik was supertrots toen ik de tekening zag. Samira geeft op een hele creatieve manier een ode aan onze voorouders. Ik heb de tekening ook aan mijn moeder laten zien, die vond het geweldig. Ze moest ook lachen omdat ze zich nog goed kon herinneren hoe ik haar er vroeger van probeerde te overtuigen dat ik er ook een mocht.’
Met haar project kan Samira een stukje van de complexe identiteit vangen van de vrouwen waar zij en haar geportretteerden van af stammen. De tatoeages zijn dan weliswaar niet het belangrijkste kenmerk voor de Amazigh en dat ze langzaamaan verdwijnen hoeft niet erg te zijn, voor Samira en haar geportretteerden zijn ze een manier om het verleden te eren.