Opinie: Koningsdag bombardeert in arm Rotterdam iedereen tot king & queen
De armste stad van Nederland is dit jaar uitverkoren als dé plek waar Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima hun traditionele tour langs het gewone volk zullen houden. De slogan die speciaal voor dit evenement is bedacht: ‘We zijn allemaal kings & queens.’ Prijskaartje voor het spektakel: 4 miljoen euro, waarvan 2,5 miljoen door de gemeente zelf wordt opgehoest. Had ik al gezegd dat Rotterdam de armste stad van Nederland is?
Ter gelegenheid van de Koningsdagtour is het centrum van Rotterdam getransformeerd in een oranje bastion. In de Koopgoot is de oranje loper vast uitgerold, de stad is behangen met banners in de kleuren van de Rotterdamse vlag – groen-wit-groen – met oranje vlaggetjes eroverheen. Op het hoogste gebouw van Nederland, de Zalmhaven I, prijkt zelfs een kroon. Trams zijn beplakt in de Koningsdagtourhuisstijl, de Markthal is versierd, op Rotterdam Centraal is een fotostudio opgetuigd, waar voorbijgangers zichzelf op de gevoelige plaat kunnen laten vastleggen met een koninklijke sjerp om. Iedereen kan hier zijn vijf seconden fame pakken met een eigen staatsieportret. Waar je ook komt, overal word je met je neus op de monarchie gedrukt; ontkomen aan het oranjegeweld is onmogelijk.
In de collegebrief over Koningsdag, waarmee het college wordt geïnformeerd over de plannen en kosten, schrijft burgemeester Aboutaleb dat het thema – we zijn allemaal Kings & Queens – gestoeld is op de waarden van Koningsdag in Rotterdam, “namelijk saamhorig, veerkrachtig en gastvrij, met lef en écht, innovatief en met humor”.
Het koningspaar zal de Koningsdagtour starten op Zuid, in de Afrikaanderwijk. Dat is bij uitstek een Rotterdamse wijk, vol diversiteit, met ‘gewone mensen’. Voor een koning die zegt te willen verbinden is het een uitgelezen plek om te beginnen, moet de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) hebben gedacht. Om juist een wijk die doorgaans overspoeld wordt met negatieve aandacht, eens in het zonnetje te zetten.
Het is je reinste brood en spelen voor het volk, al hebben juist aan dat eerste – eten – veel gezinnen hier in Rotterdam een schrijnend tekort. Maar liefst 18,5 procent van de Rotterdammers leeft onder de armoedegrens en kan niet voorzien in de eerste levensbehoeften. In de Afrikaanderwijk moet ruim een kwart van de huishoudens het doen met een inkomen tot 110 procent van het sociaal minimum.
Het maakt de slogan van de tour – we zijn allemaal kings & queens – des te meer onpasselijk. In Nederland zou je, ongeacht het nest waarin je geboren bent, in principe alles kunnen worden behalve koning of koningin. Dat wordt immers bepaald door je bloedlijn. Maar waar je bed staat bepaalt ook in grote mate welk pad je in de samenleving zal afleggen, en voor inwoners van de Afrikaanderwijk ligt dat pad door sociaal-economische omstandigheden en politieke besluiten bezaaid met stenen.
De eerste rassenrellen van Nederland
Dit is de wijk waar in 1972 al het zaadje voor politiek-institutionele discriminatie in Rotterdam werd gepland. Een witte 26-jarige vrouw had een huurschuld bij haar van oorsprong Turkse huurbaas, waarna hij besloot haar op straat te zetten. De (witte) wijkbewoners hadden te midden van de woningnood gezien dat steeds meer woningen, veelal getransformeerd tot pensions, in de wijk verhuurd werden aan gastarbeiders, en waren woedend op de uithuiszetting. Wat volgde worden ook wel de eerste rassenrellen van Nederland genoemd. Wekenlang werden woningen van bewoners met een Turkse achtergrond bestormd en werden brandbommen bij Turkse pensions naar binnen gegooid. Racistische relschoppers kwamen uit heel het land en schroomden niet op te roepen tot het lynchen van gastarbeiders.
Als gevolg van de rellen besloot de gemeenteraad van Rotterdam destijds dat er een quotum moest komen van maximaal vijf procent “buitenlandse inwoners” per wijk. Uiteindelijk lukte het de gemeenteraad niet dit beleid door te voeren, omdat de Raad van State Rotterdam hen terug floot.
Uiteindelijk komt dat omstreden plan er in 2003 alsnog, zij het in een andere vorm. Het nieuwe plan heet in de volksmond “de Rotterdamwet”. Door niet op etniciteit te selecteren maar door mensen met een bijstandsinkomen die korter dan 6 jaar in de regio Rotterdam wonen, te weren, weet de gemeenteraad de mazen in de wet te gebruiken. Het resultaat van de Rotterdamwet is de facto hetzelfde: vooral mensen met een migratieachtergrond worden geweerd. We kunnen niet allemaal in paleizen wonen, en soms mogen we niet eens zelf beslissen waar we willen wonen, maar we zijn allemaal kings & queens.
Tweebosbuurt
En dan is er natuurlijk nog de Tweebosbuurt in de Afrikaanderwijk, waar talloze Rotterdammers uit huis zijn gezet zodat hun woningen gesloopt konden worden. De gemeente wil dat deze buurt meer “gemengd” wordt, met meer kapitaalkrachtige bewoners. Om dat voor elkaar te krijgen sloopte het 599 woningen die technisch gezien nog niet “op” waren. De gedupeerden die plaats moesten maken voor het (witte) kapitaal waren vooral mensen met een migratieachtergrond. Vijf VN-rapporteurs waarschuwden de gemeente nog dat “het verminderen van het aantal betaalbare huizen meer kwetsbare mensen in een lastig parket brengt, met een risico op armoede en dakloosheid", maar die berisping haalde niets uit. Zo ziet de Rotterdamse saamhorigheid waar Aboutaleb over schreef er uit. Het is gentrificatie pur sang: de armen moeten wijken voor de rijken.
Toeslagenschandaal
En dan is er uiteraard ook nog het toeslagenschandaal, waarmee de Belastingdienst door etnisch profileren duizenden ouders ten onrechte als fraudeur heeft aangemerkt en in de financiële vernieling heeft gestort. Aangekondigd is dat de koning bij zijn komst in gesprek zal gaan met Ninny Duarte Lopes. Zij is één van de vele gedupeerden in het toeslagenschandaal en met haar organisatie ‘Volhouders’ zet zij zich tegenwoordig in om lotgenoten te helpen. In Rotterdam zijn dat er nogal wat. Rotterdam telt bijvoorbeeld de meeste kinderen die slachtoffer zijn van het toeslagenschandaal, van de 1115 uit huis geplaatste kinderen, komen er 150 uit Rotterdam.
Eerder sprak de majesteit al achter gesloten deuren met gedupeerden om hen een hart onder de riem te steken. Je zou dat ‘verbindend’ kunnen noemen, want dat kan ervoor zorgen dat de mensen zich “echt gezien” voelen door de koning. Maar wat betekent “gezien worden” wanneer de problemen niet worden opgelost? Wanneer Rotterdammers nog steeds tegen hun wil in hun huizen uit worden gezet? Wanneer kinderen door armoede zonder ontbijt in de schoolbanken zitten? Wanneer de privacy van Rotterdammers keer op keer wordt geschonden? Wanneer agenten keer op keer racistisch over de schreef gaan, maar gewoon hun werk kunnen blijven doen? Wat maakt een praatje met de koning dan daadwerkelijk uit?
De Koningsdagtour, de slogan, de wijze waarop Rotterdam uitpakt; het is megalomaan en totaal ongepast. We jassen er vier miljoen euro doorheen voor een verjaardagsfeestje van een man die jaarlijks een belastingvrije uitkering van ruim 6 miljoen euro ontvangt en een geschat vermogen heeft van bijna 50 miljoen euro – opgebouwd door onder meer investeringen in vastgoed, terwijl we in Rotterdam te weinig betaalbare woningen hebben. Wat is de boodschap die we als samenleving uitdragen? Wat zeggen we tegen de gedupeerde gezinnen die na tien jaar nog wachten op hulp? Wat zeggen we tegen de kinderen die straks na de festiviteiten weer zonder ontbijt in de schoolbanken zitten? “Let them eat cake?” Oh nee: we zijn allemaal Kings & Queens. Marie-Antoinette had het niet beter kunnen verzinnen.