Na 150 jaar excuses van de koning voor slavernijverleden. ‘Het is het begin van iets, het is niet het einde van iets.’

‘Den keti koti fu tru, de ketenen zijn verbroken, echt waar.’ Dat zei koning Willem-Alexander vandaag tijdens de Nationale Herdenking van het slavernijverleden. Het is vandaag, 1 juli, Keti Koti, ofwel de dag waarop de afschaffing van de slavernij wordt herdacht en gevierd. Ook start vandaag het herdenkingsjaar slavernijverleden, omdat het dit jaar 150 jaar geleden is dat de slavernij de facto werd afgeschaft. Journalist Sharyfah Bhageloe zet voor Lilith Magazine de reacties op het excuus van de koning op een rij.

Koning Willem-Alexander zit dit jaar tien jaar op de troon, maar deze keti koti-viering was zijn primeur; niet eerder woonde hij de jaarlijkse slavernijherdenking bij. Verwacht werd dan ook dat hij zijn excuses aan zou bieden voor het slavernijverleden. Nadat hij de woorden – ‘ze worden door mij met hart en ziel intens beleefd’ – klonk luid applaus en gejuich. 

In juni verscheen nog het onderzoeksrapport van de overheid naar het Nederlandse koloniale en slavernijverleden en de doorwerking ervan, Staat en Slavernij. Uit dat onderzoek blijkt dat alleen al over de periode 1675 en 1770 de Oranjes ten minste 545 miljoen euro hebben verdiend aan de slavernij (omgerekend naar huidige valuta). Naar verwachting zal dit bedrag nog fors oplopen. Inmiddels heeft het koningshuis zelf een onafhankelijk onderzoek ingesteld naar de rol van de familie Van Oranje-Nassau en hun betrokkenheid bij de koloniale geschiedenis. Dit onderzoek wordt gevoerd onder leiding van hoogleraar Gert Oostindie.

Dat de Oranjes ten minste 545 miljoen euro hebben verdiend aan de slavernij, kwam niet geheel als een verrassing. Toch duurde het 150 jaar – of eigenlijk zelfs 160 jaar – eer het koningshuis erkenning heeft gegeven aan de medemensen en nazaten van tot slaaf gemaakten voor het leed dat hun voorouders is aangedaan.

‘Het is het begin van iets, het is niet het einde van iets.’

Maar hoe worden de excuses eigenlijk ontvangen?

Cultuurhistoricus Nancy Jouwe is expert in postkoloniale en dekoloniale theorievorming. ‘Voor veel oudere Surinamers is het feit dat de koning dit zegt belangrijker dan als premier Rutte zijn excuses maakt. Omdat dit onder het bewind van zijn voorgangers plaatsvond. Maar er is ook een soort symbolisch gevoel dat mensen bij het koningshuis hebben. Mensen vinden het toch wel extra belangrijk dat de koning dit zegt.’

‘Ik vond het bijzonder en historisch, maar ook een emotioneel moment. Ik denk dat het heel belangrijk is dat dit gebeurt. Dat het erkend is door allerlei dagelijkse partijen die ertoe doen. En dit betekent ook dat men er iets meer mee moet. Het is het begin van iets, het is niet het einde van iets. Het belangrijkste is denk ik wat er nu uiteindelijk mee gaat gebeuren.’

‘Wat ik nog mooier vond dan de excuses was dat er om vergiffenis werd gevraagd in tegenstelling tot wat Rutte deed. Als je vraagt om vergiffenis dan stel je je nederiger op.’

Mitchell Esajas is antropoloog en oprichter van cultuurhistorisch archief The Black Archives. Met zijn Geen punt-campagne bevraagt hij mensen wat herstel na excuses betekent. Vanochtend liep hij een vreedzame protestmars “Geen heling, zonder herstel”, uit onvrede over het vervolg van de eerder gemaakte excuses van premier Rutte. Wat is zijn reactie op excuses van de koning? ‘Ik moet het nog laten bezinken, maar mijn eerste reactie is dat ik het geen slechte speech vond.’

‘Wat ik nog mooier vond dan de excuses was dat er om vergiffenis werd gevraagd in tegenstelling tot wat Rutte deed. Als je vraagt om vergiffenis dan stel je je nederiger op. Ook heeft hij tweemaal het woord herstel gebruikt. Dat was duidelijk een handreiking voor een gesprek daarover, dus die hand grijpen we aan.’

‘Hij heeft het over verzoening gehad, maar hij heeft het ook over herstel. Dus we zijn niet klaar, maar onderweg.’

Peggy Wijntuin was in 2017 gemeenteraadslid in Rotterdam. Ze diende een motie in waarin gevraagd werd om meer onderzoek naar het koloniale en slavernijverleden van die stad. De motie werd aangenomen en er werd twee jaar lang onderzoek gedaan. ‘Hij was overtuigd van wat hij zei. En zei het ook vol zelfvertrouwen. De excuses hadden we eigenlijk al verwacht. Maar wat er vervolgens gebeurde is dat hij het heel persoonlijk maakte. En overging op een betekenisvol woord: vergiffenis. En hij vraagt vergiffenis voor de houding die zijn bloedlijn hiervoor gehad heeft. Dat zij nooit afstand hebben genomen van die misdaden. En dat hij daar vergiffenis voor vroeg, dat was een diepe buiging.’

‘Hij zei in de taal van de mens die ooit niet als mens werd gezien “ten kon drai”, de tijden zijn veranderd. Hij heeft het over verzoening gehad, maar hij heeft het ook over herstel. Dus we zijn niet klaar, maar onderweg.’

De koning stond niet alleen stil bij nazaten van de trans-Atlantische route, maar noemde ook contractarbeiders en Indonesië zegt Wijntuin. ‘Hiermee heeft hij verbreding en verbinding opgezocht. Dat is wat mij betreft ook de taak van een staatshoofd.’