Activist burn-out: waar kan de opgebrande activist terecht?
Het opzetten van tientallen demonstraties, je vastketenen aan hekken om aandacht te vragen voor het klimaat of je continue online uitspreken tegen onrecht. Bijdragen aan een betere wereld door middel van activisme kan veel vragen van activisten. Zelfs zo veel dat het kan leiden tot een activist burn-out, een nog redelijk onbekende term. Schrijver Rocher Koendjbiharie vertelt in dit achtergrondverhaal wat het is en hoe je ermee om kunt gaan.
Het lijkt de laatste tijd veel voor te komen: uitgeputte activisten. Denk aan uitgebluste klimaatactivisten die niet meer naar Klimaatmarsen gaan en oud-antiracisme-activisten die het activisme naast zich hebben gelegd, maar ook bijvoorbeeld aan HR-medewerkers die zich op de werkvloer inzetten voor transitieverlof voor trans personen. De passies en identiteiten van deze mensen zijn vaak versmolten met hun inzet voor sociale rechtvaardigheid, waardoor ze soms hun eigen grenzen overgaan in een poging een betere wereld te realiseren, met alle mogelijke gevolgen van dien.
Activist burn-out
In de afgelopen tien jaar is er steeds meer onderzoek gedaan naar vermoeidheid onder activisten in de Verenigde Staten. Daar spreken activisten in de volksmond vaak over activism fatigue, maar er is ook zoiets als een activist burn-out. Het verschil tussen de twee zou vergeleken kunnen worden met het verschil tussen overspannen zijn en een burn-out: het eerste is een ‘lichtere’ versie van de tweede, en men herstelt daar doorgaans sneller van.
Een activist burn-out is te vergelijken met een ‘normale’ burn-out. GZ-psycholoog Lidewy Hendriks, werkzaam bij MIND Korrelatie, een organisatie voor psychische hulp, stelt dat langdurig overmatige stress een ‘normale’ burn-out kenmerkt. “Mensen die in een burn-out terecht komen, zijn mensen die zich blijven inspannen voor dingen waar ze geen invloed op hebben.” Over een 'activist burn-out kan ze klinisch weinig zeggen: zegt “Ik kan me inbeelden wat het inhoudt, maar het is geen officiële classificatie in de DSM.” [DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen., red] Laila Zaghoudi, communicatieadviseur bij het Trimbos-instituut, stelt dat activist burn-out wel hun aandacht heeft, maar dat ze er geen onderzoeken naar hebben lopen. Voor meer diepgaande onderzoeken naar activist burn-out moeten we dus kijken naar de VS.
Christina Maslach, een Amerikaanse sociaalpsycholoog bekend om haar werk over burn-out in een werkcontext, schreef samen met hoogleraar Mary Gomes in het boek Overcoming Burn-out over activist burn-out en hoe deze verschilt van een ‘normale’: activisten zien de structurele onderdrukking in de wereld om hen heen, en ze voelen de noodzaak om daar wat aan te doen. Dit motiveert ze, maar kan hen ook tot het uiterste drijven. Ook de Amerikaanse onderzoeker en activist Paul Gorski, die meerdere onderzoeken naar activist burn-out op zijn naam heeft staan, komt tot deze conclusie.
Het is een herkenbaar gegeven voor oud-activist Olave Nduwanje (38). Nduwanje kwam in een ‘gewone’ burn-out terecht, en rolde door haar zoektocht naar zingeving vanuit deze burn-out het activisme in. Door activistischer te worden besefte ze dat ze haar leven op een andere manier wilde inrichten. Het intersectioneel feminisme en het antikapitalisme waren het antwoord. “Ik begon met vrijwilligerswerk bij een lhbti-jongerenorganisatie, en dat vond ik geweldig.” Ze focuste zich daar op gemeenschapsontwikkeling: ervoor zorgen dat de lokale lhbti-gemeenschap in diens behoeftes voorzien werd. Ze bezocht en organiseerde demonstraties, en sprak zich meer uit op sociale media.
Toen ze aan de slag ging in de ngo-wereld, zag ze hoe niet-gemarginaliseerde mensen in de mensenrechtenorganisaties belangrijke functies bekleden. Bijvoorbeeld cisgender personen die aan het roer staan van trans organisaties. Dat stuitte haar tegen de borst. “De activistische wereld en de ngo-wereld buiten onze passie, gevoelens van urgentie en misschien ook wel onze trauma’s uit”, zegt ze. Uiteindelijk werd het haar te veel. “Ik noem mezelf nu geen activist meer, omdat ik op andere manieren impact wil hebben.”
Machtsverhoudingen binnen activistische bewegingen
Activisten hebben in zekere zin ook invloed op elkaars burn-out. Nduwanje zag in haar carrière als activist hoe activistische bewegingen intern onderdrukking in stand houden. Dit wordt gestaafd door onderzoek. Gorski en de Amerikaanse mede-onderzoeker en activist Noura Erakat onderzochten in 2019 de link tussen racisme, witheid en burn-out in antiracismebewegingen. De grootste oorzaak van burn-out onder Zwarte activisten zijn de spanningen, van expliciet racisme tot witte fragiliteit, tussen witte activisten en henzelf. Gorski en Erakat vonden dat geconfronteerd worden met het racisme van witte activisten niet alleen stressvol was, maar op den duur ook invloed had op hoe mensen van kleur zichzelf zagen. Als mensen, maar ook als activisten.
Paul Gorski en de Amerikaanse hoogleraar Cher Chen, gespecialiseerd in mensenrechten, kwamen in 2015 tot de conclusie dat machtsverhoudingen binnen activistische bewegingen ook een rol spelen. Zo worden mensen bijvoorbeeld geconfronteerd met seksisme in activistische kringen. Herkenbaar voor klimaatactivist Renske Wienen (26), die vorig jaar in een burn-out zat. “De oorzaak van mijn burn-out is dat er zoveel slechts in de wereld is en ik als activist de verantwoordelijkheid voel om daar wat mee te doen.”
De klimaatbeweging bestaat grotendeels uit vrouwen volgens Wienen, maar vaak staan mannen centraal door hun positie als woordvoerders, zoals bij Extinction Rebellion. Als er een man aan het woord is, dan vallen ruimtes stil. Maar zodra Wienen zelf iets wil vertellen, moet ze vechten voor de aandacht, stelt ze. Ook ziet ze dat de klimaatbeweging wit is. “Mijn witheid geeft mij privileges. Mensen luisteren nauwelijks naar mensen van kleur, terwijl die juist vaak out-of-the-box denken en met nieuwe oplossingen komen.” Dit is ook breder te zien. Het beeld van de klimaatbeweging is wit, terwijl het Globale Zuiden, dat het meest getroffen wordt door de gevolgen van de klimaatcrisis, óók talloze activisten kent. Zo krijgen witte activisten als Greta Thunberg meer aandacht dan Afrikaanse activisten, denk maar aan hoe de Ugandese Vanessa Nakate in 2020 door de Associated Press (AP) uit een foto werd geknipt, terwijl ze tijdens een klimaatactie poseerde met witte klimaatactivisten.
Creëren van balans
De relatie tussen Wienen en haar activisme vergelijkt ze met de stand van de zee. “In tijden van eb loop ik meer de zee in, maar als de vloed opeens inzet, word ik overspoeld.” Wienen probeert haar activisme nu meer te zien als een baan. Ze wil het op lange termijn kunnen volhouden. Want hoe het voorheen was, dat wil ze niet meer. “Ik was een schaduw van mezelf. Iemand die de mensen om haar heen niet meer leuk vond, terwijl dat juist iets is wat mij kenmerkt.” Haar plan is om te werken aan hetgeen waar ze goed in is, zoals campagne voeren, en stoppen met dingen die haar mentaal te veel kosten, zoals haarzelf dagenlang ergens aan vastketenen.
De activistische cultuur speelt dus een grote rol bij het opbranden van activisten, zeker als het aankomt op online activisme en sociale media. Nduwanje is van mening dat veel activisten een rat race houden met elkaar. “Ik kreeg weleens de vraag waarom ik nog niet gereageerd had op iets wat online was gebeurd. Maar die mogelijkheid had ik nog niet eens, omdat ik sliep.”
Die ervaring herkent Dajana Duka (35) niet: lokaal zijn activisten juist empathisch met elkaar, zegt ze. Duka is fractiemedewerker bij BIJ1 Rotterdam en houdt zich vooral bezig met antiracisme, gelijkwaardigheid voor vluchtelingen en het klimaat. Toen ze zelf op het randje van een burn-out zat, sloeg ze de Klimaatmars in Rotterdam in 2022 over omdat het écht niet meer ging. Haar mede-activisten reageerden lief en medelevend. “We luisteren te weinig naar elkaar als we elkaar zeggen het rustiger aan te doen.”
Ondanks haar uitputting, zette ze vorig jaar in augustus een grote inzamelingsactie op voor de vluchtelingen in Ter Apel. “Ik denk vaak: als ik het niet doe, wie gaat het dan doen?” De actie ging viral op sociale media, en voor ze het wist, waren er duizenden euro’s opgehaald en bergen met kleding. Een succesvolle actie die later toch zijn tol eiste.
Hulp voor een activist burn-out
De hamvraag is: waar kan de opgebrande activist dan terecht voor hulp? Een groot deel van de gevallen van een ‘normale’ burn-out te wijden aan een ‘gewone’ werkcontext waar vaak een vangnet is, maar dat is niet het geval voor activisme. En hoewel activist burn-out niet in het DSM opgenomen staan, weten we inmiddels dat rust en therapie een uitweg kunnen bieden. Nduwanje heeft daar positieve ervaringen mee. “Ik kon in gesprek met de psychologen gaan, zeggen dat ik hulp wil, en meteen aangeven dat ze me niet gaan vertellen wat racisme is.” Voor Duka is dat lastiger. “Er werd me gezegd dat je de maatschappij moet accepteren zoals die is. Maar hoe leef je daar in godsnaam mee?”
Gz-psycholoog Lidewy Hendriks is het niet eens met de uitspraak dat mensen ongelijkheid en discriminatie moeten accepteren. Zij stelt dat het belangrijk is dat er een psycholoog tegenover je zit die in ieder geval affiniteit heeft met het onderwerp. “Het doel van een psycholoog moet zijn om samen met de activist te kijken hoe je die persoon in diens kracht zet zodat die zichzelf niet stuk rent.” Wie je psycholoog is, heeft dus invloed op hoe goed die je kan helpen. Je hebt altijd het recht om aan te geven wanneer het niet klikt.
Er is meer wat de opgebrande activist kan helpen: community care, bijvoorbeeld. PhD-student Jennifer Alzate González schreef in 2015 over hoe hele gemeenschappen voor elkaar kunnen zorgen. Community care kan veel betekenen: in contact komen met andere activisten die dezelfde ervaringen hebben, maar ook als gemeenschap reflecteren op de duurzaamheid van de beweging en juist vreugdevolle dingen doen samen.
Duka’s wens is om activisme-clubhuizen op te zetten: plekken waar activisten samen kunnen komen, elkaar informeel kunnen ontmoeten en kunnen loslaten. Wat er volgens Duka namelijk meestal gebeurt, is dat activisten het alsnog gaan hebben over activistische onderwerpen.
Als je het Nduwanje vraagt, dan wil ze het liefst dansen. Ze organiseert queer feesten zodat er een plek is waar mensen los kunnen gaan en kunnen dansen. Wienen zegt dat rust veel belangrijker is dan we denken. “In een kapitalistische wereld is rust een daad van verzet.” Een uitspraak die al langer bestaat; veel Zwarte mensen leven ook volgens dit motto. De wereld is niet van de ene op de andere dag veranderd, dus we hoeven ook niet bokkensprongen te maken en onze grenzen te overschrijden. Op de rem trappen, dingen doen waar je vreugdevol van wordt en stilstaan bij wat je wil, zijn ook manieren om voor jezelf te zorgen.
Genoten van dit artikel? Word ‘friend’ van Lilith en support onze journalistieke en feministisch platform of doneer
Enjoyed this article? Become our friend and support us or donate