Hoe kijken Nederlandse Dominicanen naar het racisme op de Dominicaanse Republiek?

Tweehonderdduizend Zwarte (Dominicaanse) Haïtianen zijn al vijf jaar staatloos door een omstreden wet van de Dominicaanse regering. Maar een groeiende groep (Afro-)Dominicanen zet zich in tegen dit onrecht. En tegen de vooroordelen en het racisme die een hoop Dominicanen hebben over (Dominicaanse) Haïtianen. Hoe kijken Nederlandse Dominicanen eigenlijk naar de situatie in het land van herkomst?

Eén eiland, twee werelden: de Dominicaanse Republiek en Haïti hebben al honderden jaren een complexe relatie. In de Dominicaanse Republiek is ‘Haïtiaan’ voor veel mensen een scheldwoord. Het diepgewortelde racisme zit zelfs verweven in Dominicaanse folklore. De twee landen zijn gescheiden door een haat die generatie op generatie wordt doorgegeven. Maar steeds meer (Afro-)Dominicanen proberen die cirkel te doorbreken. Ze zetten zich in tegen het onrecht dat (Dominicaanse) Haïtianen wordt aangedaan.

De Afro-Latinx identiteit

De Afro-Latinx gemeenschap maakt éénvierde deel uit van de Latijns-Amerikaanse gemeenschap. Volgens de laatst verschenen cijfers gaat het om 133 miljoen mensen op het zuidelijk continent. Het woord Afro staat voor afstammeling van de Afrikaanse diaspora. En latinx (uitgesproken als la-tin-x-)  is de genderneutrale en non-binaire versie van de woorden latina en latino.

Het is onduidelijk hoeveel latinx-personen daadwerkelijk afstammen van de Afrikaanse diaspora, omdat er een groep is die zich niet identificeert met de Zwarte gemeenschap. Veel mensen in de Dominicaanse Republiek zijn hier een goed voorbeeld van. De bevolking is grotendeels Zwart, maar identificeert zich vaak als mestizo of indio (gemengde afkomst – Europees/Taíno). De Taíno’s zijn de oorspronkelijke bewoners van het eiland, maar officiële cijfers over afstammelingen zijn er niet. Naar schatting zou het gaan om minder dan 5 procent. Overigens identificeren niet alle Zwarte Latijn-Amerikanen zich met de term Afro-Latinx, omdat het woord Latin een koloniaal verleden heeft.

Nederlandse-Dominicanen

Gabriela Rosalia, Perla Tejeda Baez en Jessica Ton zijn Nederlandse-Dominicanen en delen hun kijk op de Afro-Latinx identiteit en het racisme in het land.

v.l.n.r: Perla Tejeda Baez, Jessica Ton, Gabriela Rosalia.

v.l.n.r: Perla Tejeda Baez, Jessica Ton, Gabriela Rosalia.

Gabriela Rosalia

“Ik heb altijd racisme meegemaakt op de Dominicaanse Republiek. Als tienermeisje krijg je bijvoorbeeld vaak het advies om later te kiezen voor een lichtere jongen met pelo bueno, goed haar (Europees haar, red.). Om op die manier de familie ‘mooi’ te houden en/of te ‘verbeteren’”, vertelt Gabriela Rosalia. Ze is dertig jaar en heeft een Dominicaanse moeder en een Curaçaose vader. “Of ze zeiden dat ik heel mooi was, maar dat ik wel slecht haar had, el cabello malo (kroeshaar, red.).” Rosalia is geboren op Curaçao en verhuisde op haar elfde naar Nederland. Als jong meisje bezocht ze drie tot vier keer per jaar het eiland van haar moeder en ook nu komt ze er jaarlijks. “Ik voel me zowel een Afro-Dominicaan als een Curaçaoënaar”, vertelt Rosalia trots. Ze gebruikt liever de term latina niet, omdat ze dit een gekoloniseerde benaming vindt.

De 30-jarige heeft nu iets langer dan een jaar locks en wordt vreemd aangekeken op de Dominicaanse Republiek. “Ik heb tot nu toe geen één vrouw daar gezien met locks. Vorig jaar ben ik vanwege mijn haar zelfs uitgescholden voor vuile rat.” Ook het anti-Hatïanisme is volgens haar niet te missen in het land. “Mijn familie was opgelucht toen ze hoorden dat de Haïtianen het land uit moesten. Het is echt heel erg. Ik word bijvoorbeeld ook uitgelachen door nichtjes als ik ga zonnen. ‘Pas je op dat je straks niet op een Haïtiaan lijkt’, zeggen ze dan. Ze willen echt niets met Haïtianen te maken hebben.” Rosalia deelt al die gedachtes niet en verwijt de regering voor het in standhouden van al die ideeën. “Ergens wil ik gewoon iets doen voor de community, want ze zijn gebrainwashed.”

Perla Tejeda Baez

“Als je aan een Dominicaan vraagt of hij zwart of wit is dan zegt hij: ‘Ik ben gewoon Dominicaans.’ En ik snap dat, want waarom zouden we onszelf in een hokje plaatsen? Binnen de familie kan je een witte en een zwarte broer hebben. Is de ene dan een Afro-Latino en die andere niet? We zijn allemaal latino’s, dat is het gene wat ons altijd heeft verbonden, ook met andere Latijn-Amerikaanse landen”, vertelt Perla Tejeda Baez. “Ik ben trots op mijn cultuur, het eten, de muziek, maar ook op het katholieke geloof”, vertelt de 24-jarige Baez. Maar ze is wel tegen het racisme en colorisme in het land. Zij is net zoals haar ouders geboren in de Dominicaanse Republiek en heeft persoonlijke ervaringen met het racisme en anti-Haïtianisme in het land.

“Ik heb bijvoorbeeld een tante die zelf ook donker is en die racistische opmerkingen maakt over Haïtianen. Ik snap niet hoe je als donker persoon op die manier kan praten over een ander donker persoon. Het colorisme moet echt aangepakt worden. Haïtianen zijn ook gewoon mensen, ze zijn niet minder of meer dan ons, we zijn allemaal gelijk. Verschil is dat ons land hier is en hun land daar, maar het had net zo goed andersom kunnen zijn”, zegt Baez.

Ze vertelt ook hoe ze als klein meisje door een lichtere Dominicaanse vrouw voor Haïtiaan werd uitgescholden. “Het ideaal is de lichte, meer Europees lijkende Dominicaan terwijl de meesten van ons er niet zo uitzien. Gelukkig zijn er nu bekende donkere vrouwen zoals de Amerikaans-Dominicaanse Amara La Negra”, licht Tejeda Baez toe. Hoewel Amara La Negra zich wel als Afro-Latina identificeert houdt Tejeda Baez niet van die term. “Het is zo geamerikaniseerd en ik zie mezelf daarom gewoon als een latina en Haïtianen ook. De term latina is juist hetgeen wat de hele Latijns-Amerikaanse community verbindt.”

Jessica Ton

“Ik ben Dominicaans en ik ben Nederlands, maar ik identificeer me niet heel sterk met de één of met de ander. Eigenlijk val ik er heel erg tussen”, vertelt de 24-jarige Jessica Ton. Haar moeder is Dominicaans en haar vader is Nederlands. Ton is op het eiland geboren en verhuisde naar Nederland toen ze zes jaar was. “Hier heb ik ook altijd een Dominicaanse opvoeding gehad, want ik mocht bijvoorbeeld nooit slapen bij andere kinderen. Ik voelde me ook altijd anders, vooral door de typische Dominicaanse vlechtjes die ik had”, legt Ton uit. Maar ook tussen Dominicanen voelt ze zich altijd anders. “Ik ben altijd een van de lichtste tussen Dominicanen, of ik nou hier in Nederland ben of daar. Hierdoor voel ik me niet meer een Dominicaan, integendeel zelf. Onder Dominicanen ben ik altijd te Nederlands en onder Nederlanders altijd te Dominicaans”, vertelt Ze.

Ton is al twaalf jaar niet terug geweest naar de Dominicaanse Republiek, maar zou dat wel graag willen. “Ik wil het land echt leren kennen en meer over de cultuur en geschiedenis leren. De laatste keer dat ik er was, mocht ik nergens heen en moest ik vooral uit de buurt blijven van Haïtianen”, vertelt de 24-jarige. “Dominicanen kijken echt neer op Haïtianen, maar ik zie het verschil niet eens. Die haat zit er echt diep in, het wordt generatie op generatie doorgegeven. Ik zou ook nooit met een Haïtiaan mogen thuiskomen, maar ook niet met een Dominicaan. Mijn moeder wil me zo ver mogelijk van dat eiland hebben.”

Foto’s: Ariela Slakhorst

Meer weten? Lees hier meer over het aanhoudende racisme en anti-Haïtianisme in de Dominicaanse Republiek.

Genoten van dit artikel? Word ‘friend’ van Lilith en support onze journalistieke en feministische platform

ArtikelenAriela Slakhorst